Waardering landelijk gebied en de eigen woonomgeving in Zuid-Holland het laagste van Nederland
Nationale Landschap enquête: 81% maakt zich zorgen om landschap
Het landschap van de provincie Zuid-Holland krijgt het laagste rapportcijfer van Nederland.
Rond Rotterdam en de zuidrand van Den Haag krijgt het zelfs een onvoldoende. Dat blijkt uit de Nationale Landschap Enquête van Natuurmonumenten uitgevoerd door Wageningen Environmental Research.
Ook de zorgen over de toekomstige ontwikkelingen zijn duidelijk het grootst in het westen van het land, met wederom de westelijke Randstad als uitschieter.
Druk op ruimte in Zuid-Holland
Alex Ouwehand, directeur NMZH: “In de dichtst bevolkte provincie en economische motor van Nederland staat het prachtige Hollandse landschap en de natuurwaarde al decennia onder druk. Nergens willen zoveel mensen meer ruimte voor de natuur en het landschap. De komende jaren zal de provincie extra moeten in zetten op de aantrekkelijkheid van het landelijk gebied en het herstel van de natuur. Op 20 maart kunnen wij met onze stem voor de Provinciale Statenverkiezingen hier ook een duidelijk keuze voor maken.”
Grootste publieksraadpleging over landschap
Eind november 2018 lanceerde Natuurmonumenten de publieksraadpleging over het landschap in ons land. Met ruim 45.000 respondenten, waarvan 7.131 uit Zuid-Holland, is het de grootste publieksraadpleging over ons landschap ooit. Deelnemers zijn gevraagd hun waardering te geven over het landelijk gebied in hun woonomgeving. Er blijken grote regionale verschillen. Drenthe krijgt een gemiddeld rapportcijfer van 8,1 en Zuid-Holland krijgt een 6,7. Vooral de westelijke Randstad scoort aanzienlijk lager met een 6,5 of minder. Rond de drie grootste steden is dit zelfs soms onder de 6. Gemiddeld over Nederland krijgt het landelijk gebied een 7,5.
Opwekken duurzame energie op de juiste plek
De respondenten geven ook het signaal dat zorgvuldige ruimtelijke inrichting nodig is. Ze vinden dat er ruimte moet blijven voor het opwekken van duurzame energie, maar dan wel op logische plekken. Ruim 90% van de deelnemers vindt daken van woningen en bedrijven geschikt voor zonnepanelen. Windmolens willen ze bij snelwegen, havens en bedrijventerreinen (88%). Natuurgebieden en kleinschalige landschappen vinden deelnemers ongeschikt voor het opwekken van duurzame energie.
Het wordt stil in het buitengebied
Naast de waardering van het landschap, maakt 63% van de Nederlanders zich ook zorgen over het verdwijnen van bloemen, insecten en vogels in het buitengebied. Marc van den Tweel, algemeen directeur Natuurmonumenten: ”Het valt mensen op dat ons landschap steeds stiller en kleurlozer wordt. Karakteristieke landschapselementen verdwijnen en bedrijventerreinen rukken op.” Ook de kinderen valt dit op: 76% maakt zich zorgen over het verdwijnen van dieren als vlinders, bijen, vogels en reeën. Mensen waarderen hun woonomgeving hoger als ze meer dieren, bomen, houtwallen en bloemen zien, blijkt uit het onderzoek. Natuurmonumenten zet zich daarom in voor een bloemrijker Nederland. Iedereen kan helpen om plek te maken voor wilde natuur: in parken en tuinen, op bedrijventerreinen of in agrarisch gebied. Natuurmonumenten vraagt grondeigenaren hun bermen, sloten, parken en akkerranden in te zaaien met wilde bloemen en minder vaak te maaien zodat insecten voedsel en bescherming kunnen vinden.
Resultaten Nationale Landschap Enquête Wageningen Environmental Research (WENR)
Resultaten Nationale Landschap Enquête Natuurmonumenten
Volledig bericht website Natuurmonumenten