

Zoeken
26 juli 2017
In een brief aan de Raad van State pleiten diverse samenwerkende natuur- en milieuorganisaties* voor verbeteringen van de ontwerpbesluiten op grond van de Omgevingswet, en de ontwerpen van de Invoeringswet en de Aanvullingswet natuur. De Raad van State is gevraagd om advies uit te brengen aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu over deze ontwerpregelgeving.
Het doel van de Omgevingswet is, kort samengevat, een veilige en gezonde leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Volgens de natuur- en milieuorganisaties verliest de minister dit doel uit het oog bij het formuleren van de uitvoeringsregels en staat het belang van de initiatiefnemers van activiteiten in de leefomgeving te veel voorop.
Een van de uitgangspunten van de nieuwe wetgeving is dat de bescherming van natuur, milieu, gezondheid en landschap minimaal gelijk blijft. Dit is nu onvoldoende. Onder de nieuwe wetgeving bestaat veel meer ruimte om op lokaal niveau zelf normen te stellen of (onder voorwaarden) af te wijken van normen. Een gelijk beschermingsniveau is hierdoor niet gegarandeerd.
Ook willen de natuur- en milieuorganisaties een betere bescherming van de volksgezondheid. De bestaande milieunormen zijn hiertoe volgens hen niet toereikend. Ook binnen de huidige normen kunnen luchtvervuiling en geluidsbelasting dusdanig groot zijn dat mensen er ziek van worden. De organisaties pleiten daarom voor het opnemen van streefwaarden voor fijnstof, NO2 en ozon. Ook vinden zij dat de luchtkwaliteit niet verder mag verslechteren zolang deze streefwaarden niet zijn bereikt. De vernieuwing van de wetgeving biedt een uitgelezen kans om de bestaande normen aan te scherpen.
* Natuur & Milieu, LandschappenNL, Vogelbescherming Nederland, Natuurmonumenten, Waddenvereniging, Milieudefensie en de provinciale Natuur- en Milieufederaties