Smient nog steeds niet veilig: NMZH bij de Raad van State
Smient nog steeds niet veilig: NMZH bij de Raad van State
Al enkele jaren werken Vogelbescherming Nederland en de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland aan een betere bescherming van de smient in onze provincie. De smient is een prachtige eendensoort, die vanuit het hoge noorden terugkeert naar Nederland om te overwinteren. Ondanks een verbod van de rechter op afschot en een NMZH-petitie met bijna 4700 handtekeningen, krijgen de vogels nog steeds niet de bescherming die ze verdienen. Omdat smienten gras eten en dit tot schade aan de landbouw zou leiden, wil de provincie Zuid-Holland het afschot van deze soort toestaan.
9 november 2020
Zoals wellicht bekend, heeft de rechter de NMZH en Vogelbescherming Nederland in 2019 in het gelijk gesteld en het afschot van smienten in Zuid-Holland verboden. De Provincie Zuid-Holland en de Faunabeheereenheid zijn echter tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan bij de Raad van State.
Hoger beroep Raad van State
De NMZH, Vogelbescherming Nederland en diverse lokale natuurorganisaties hadden al eerder schriftelijk aan de Raad van State uitgelegd, waarom smienten bescherming verdienen en de uitspraak van de rechter dus in stand zou moeten blijven. De smientenpopulatie is niet gezond en afschot kan een bedreiging voor de populatie vormen. Daarnaast is onvoldoende aangetoond dat de aanwezigheid van de eenden tot landbouwschade leidt.
Naar aanleiding van het hoger beroep van de Provincie Zuid-Holland en de Faunabeheereenheid heeft op 27 oktober jl. de zitting plaatsgevonden bij de Raad van State. Hier hielden de partijen hun pleidooi; Astrid Doesburg van Vogelbescherming NL deed dit mede namens de NMZH. De zitting verliep hoopvol. De Staatsraden hadden zich goed voorbereid en kwamen met kritische vragen richting de provincie Zuid-Holland en de Faunabeheereenheid. De uitkomsten van een onderzoek naar de conditie van de smientenpopulatie werden verschillend geïnterpreteerd. De NMZH is van mening dat de populatie niet gezond is en dat afschot de ontwikkeling van de vogelsoort verder zou bedreigen. De tegenpartij denkt hier anders over. Daarnaast was er aandacht voor de wijze van toetsing aan de Wet natuurbescherming en de vereisten die aan vrijstellingen worden gesteld.
Naar verwachting zal de Raad van State in januari een uitspraak doen over deze zaak. Via deze website blijf je op de hoogte.
Voor meer informatie neem je contact op met:
Nienke Schuil
Regisseur ruimtelijke ontwikkeling, landschap en natuur