Raad van State buigt zich over ontheffing afschot winterganzen

20 maart 2018

Raad van State buigt zich over ontheffing afschot winterganzen

Op 20 maart vond een zitting plaats bij de Raad van State over het hoger beroep dat de NMZH samen met diverse lokale natuurorganisaties instelde tegen de uitspraak van de rechtbank over het beroep tegen een ontheffing voor het afschot van winterganzen in Zuid-Holland. Volgens de NMZH biedt die ontheffing te veel ruimte aan jagers waardoor de ontheffing verder gaat dan noodzakelijk is voor het terugdringen van de schade aan landbouwgewassen.

Verjaging ganzen
Het doel van de ontheffing die door de provincie is afgegeven is om ganzen met ondersteunend afschot te verjagen van percelen met kwetsbare gewassen en zo de landbouwschade terug te dringen. Het gaat daarbij om grauwe ganzen en kolganzen gedurende de winterperiode. De NMZH constateert echter dat de ontheffing veel meer afschot mogelijk maakt dan nodig is voor het verjagen van ganzen doordat de ontheffing bijvoorbeeld geen beperkingen stelt aan het maximaal aantal te schieten ganzen per verjaagactie. Ook is er volgens de NMZH ten onrechte niet voldoende onderbouwd dat er in heel de provincie belangrijke schade dreigt door met name kolganzen op percelen met kwetsbare gewassen.

Lokganzen
De ontheffing van de provincie maakt het mogelijk om lokganzen te gebruiken bij het afschot. Volgens de NMZH staat het gebruik van lokganzen haaks op het doel van de ontheffing, namelijk het verjagen van ganzen op plekken waar zij schade aan kunnen richten. Lokganzen zijn immers bedoeld om ganzen naar bepaalde plekken toe te lokken, niet om ganzen te verjagen.

Binnen enkele maanden zal de Raad van State uitspraak doen over het hoger beroep.