PAS moet sterker inzetten op stikstofreductie

9 maart 2015

PAS moet sterker inzetten op stikstofreductie

De milieuorganisaties Natuur & Milieu en de Natuur- en Milieufederaties, waaronder de NMZH, zijn van mening dat de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) onvoldoende inzet op vermindering van de stikstofemissies (stikstofdioxide, ammoniak).

In hun zienswijze op de ontwerp-PAS  vragen zij om een veel ambitieuzere inzet om deze emissies te verminderen en maatregelen voor natuurherstel veel betere kansen  te geven.

De natuur in een groot aantal natuurgebieden (Natura 2000)  in Nederland, en ook in de rest van Europa, staat enorm onder druk door de stikstof die door de landbouw, verkeer, industrie en consumenten in de lucht en in het water wordt uitgestoten. De Natura 2000-gebieden met stikstofgevoelige natuurtypen worden te zwaar belast waardoor de soortenrijkdom (biodiversiteit) in deze gebieden wordt aangetast en verder terugloopt. In veel duingebieden in Zuid-Holland, waaronder bijvoorbeeld het zeer waardevolle Voornes Duin en Solleveld & Kapittelduinen is dit zichtbaar.

Europese wetgeving ter bescherming van deze gebieden (Habitatrichtlijn) botst met de economische ontwikkelingen in met name de landbouw. Het Rijk heeft de PAS ontwikkeld om de natuur te beschermen en tevens ruimte te scheppen voor bedrijven, rekening houdend met de emissies uit andere bronnen. Dit wordt gekoppeld aan vergunningverlening. De PAS is hierdoor een omvangrijk, complex en kostbaar instrument geworden zonder ambitieuze doelen om de stikstofemissies echt terug te dringen. De milieuorganisaties missen deze doelen in de gebiedsanalyses van de Natura 2000-gebieden die ten grondslag ligt  aan de PAS. Reducties van enkele procenten in de stikstofdeposities zijn volstrekt onvoldoende om de natuur voldoende ruimte voor herstel te geven. De depositiewaarden voor de Natura 2000-gebieden blijven ook bij toepassing van de PAS  de  komende jaren ruim boven de kritische waarden en de milieuorganisaties stellen in hun zienswijze dat herstelmaatregelen (bijv. maaien en plaggen) hierdoor dan ook onvoldoende effect gaan hebben.

De PAS heeft vooral in de eerste (evaluatie)periode van 6 jaar (2015-2021) een veel te lage ambitie om de stikstofdeposities te verminderen, terwijl de urgentie nu erg hoog is. De milieuorganisaties doen in hun zienswijze concrete voorstellen voor een drastische verlaging van de stikstofdepositie en  een beperking of fasering van de economische ontwikkelingsruimte. Ook willen zij waarborgen in de besluitvorming voor de werking van de PAS en wanneer blijkt dat het instrument in de praktijk onvoldoende werkt. Met name de onzekerheden in de achtergronddeposities en de jaarlijkse monitoring baart de milieuorganisaties grote zorgen.  Ook moet AERIUS, het PAS-instrument voor registratie en monitoring, voor een ieder openbaar en inzichtelijk zijn.