Onrust in Dordrecht over hoge concentraties GenX in directe leefomgeving
27 juli 2017
Onrust in Dordrecht over hoge concentraties GenX in directe leefomgeving
Recente onderzoeken door toxicologen van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam geven aan dat in een omtrek van 1 kilometer rond het in Dordrecht gevestigde chemisch bedrijf Chemours, de belangrijkste productielocatie voor fluoropolymers (kunststoffen) in Europa, hoge concentraties zijn aangetroffen van het mogelijk kankerverwekkende GenX op planten en grassen. Ook de in het verleden gebruikte PFOA blijkt op planten en bomen veel meer voor te komen dan werd aangenomen.
Uit eerdere onderzoeken van het RIVM naar de gevaareigenschappen en blootstelling van stoffen die vrijkomen bij de GenX-technologie in lucht , oppervlaktewater en drinkwater blijkt dat naar verwachting de uitstoot van deze stoffen in de aangetroffen concentraties via de lucht geen risico vormen voor de gezondheid van omwonenden. Vanwege nog ontbrekende informatie heeft het RIVM wel aangedrongen op nader onderzoek bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Deze onduidelijkheid en verschillen in onderzoekresultaten heeft veel onrust veroorzaakt bij omwonenden.
Chemour is bij de productie van dergelijke kunststoffen in 2012 overgestapt van de schadelijke grondstof PFOA (perfluoroctaanzuur) naar de minder schadelijk geachte GenX-technologie . Hoewel de productie met PFOA volgens Chemours dus ruim 4 jaar geleden is gestaakt, bleek ook uit meerdere onderzoeken in 2016, van onder andere RIVM, dat er nog significante hoeveelheden PFOA te vinden zijn in de directe (woon)omgeving van het chemisch bedrijf Chemours. Ook het RIVM vindt dat nader onderzoek nodig is nu de toxicologen van de VU hoge concentraties in planten en grassen hebben aangetroffen. Verder is bij bloedonderzoek onder 382 omwonenden ook PFOA aangetroffen bij bewoners die lang en dicht bij dit bedrijf wonen. Dit alles was voor de provincie Zuid-Holland reden om in het kader van de omgevingsvergunning actie te ondernemen. De provincie Zuid-Holland heeft de aan Chemours vergunde indirecte lozing van GenX stoffen naar het oppervlaktewater en de lucht fors ingeperkt (link). Daarnaast zijn er verplichtingen opgelegd aan Chemours om verder onderzoek te doen naar de reductie van schadelijke GenX stoffen in het productieproces. Chemours heeft beroep ingesteld op de door de provincie aangescherpte vergunning. Hangende het beroep is de aangescherpte vergunning nog niet onherroepelijk. Ook het drinkwaterbedrijf Oasen is in beroep gegaan tegen Chemours voor het lozen van GenX stoffen op de rivier de Merwede (link) en de effecten die dit heeft op het produceren van drinkwater. Het uiteindelijke oordeel is dus nu aan de rechter.
Naast de indirecte lozing is er ook nog een aantal directe lozingen op de Merwede. GenX wordt in geringe mate (circa 1% van de totale lozing) geloosd via deze lozingspunten. De lozing van GenX via de directe lozingspunten is niet vergund. Chemours is daarmee in overtreding met de watervergunning waarvoor Rijkswaterstaat bevoegd gezag is. Tegen het lozen zonder vergunning moet hard worden opgetreden. Rijkswaterstaat heeft inmiddels een handhavingstraject gestart tegen het bedrijf conform de landelijke Handhavingsstrategie.
Als NMZH vinden wij dat de provincie Zuid-Holland op basis van de aangescherpte omgevingsvergunning adequaat moet gaan handhaven. De provincie hoeft hiervoor het onherroepelijk worden van de vergunning niet af te wachten. Ten einde de onduidelijkheid weg te nemen moet het RIVM de verschillen met het VU onderzoek verklaren. Indien nodig moet aanvullend onderzoek plaatsvinden. Daarnaast is de NMZH van mening dat zoals nu in de omgevingsvergunning is opgenomen Chemours niet alleen het onderzoek naar de verdere reductie van GenX in het productieproces moet uitvoeren. De NMZH vindt dat het RIVM bij deze onderzoeken moet worden betrokken. De bedrijfsbelangen van Chemours zijn ook niet gelijk aan de belangen van de bewoners in de omgeving. Dat blijkt ook door het beroep dat Chemours heeft ingesteld tegen de aangescherpte vergunning. De provincie Zuid-Holland moet de belangen van de omwonenden voorop stellen en zorgen dat de emissies snel tot een verantwoord niveau worden teruggebracht.
Ook moeten de bewoners over de vervolg acties goed worden geïnformeerd en moet geen onnodige tijd worden vermorst om de voor de bewoners gewenste duidelijkheid te krijgen.
De NMZH blijft de bestuurlijke inzet van de provincie Zuid-Holland en de DCMR nauwgezet volgen. De Tweede Kamer heeft inmiddels ook schriftelijke vragen gesteld.