Natuurorganisaties reageren op invoeringswet Omgevingswet

2 maart 2017

Natuurorganisaties reageren op invoeringswet Omgevingswet

Naar verwachting treedt de Omgevingswet in 2019 in werking. De Invoeringswet regelt de overgang van de bestaande naar de nieuwe wetgeving via zogeheten overgangsrecht. Over deze Invoeringswet heeft een consultatie plaatsgevonden waarop  de Natuur en Milieufederaties, samen met een aantal andere organisaties hebben gereageerd. In hun reactie laten de organisaties weten dat sommige punten uit het voorstel niet leiden tot minder administratieve lasten maar tot meer onduidelijkheid.

Overgangsrecht

De Invoeringswet zorgt voor het overgangsrecht en voor het intrekken of wijzigen van andere wetten op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt. Het overgangsrecht regelt de overgang van de huidige bestaande wet- en regelgeving naar het nieuwe stelsel onder de Omgevingswet. Daarmee is er helderheid over de rechtsgeldigheid van besluiten, zoals omgevingsvergunningen of bestemmingsplannen, die onder het ‘oude’ recht zijn genomen. Ook regelt het overgangsrecht hoe procedures die onder het ‘oude’ recht zijn gestart na de inwerkingtreding van de Omgevingswet moeten worden afgehandeld. De Invoeringswet zorgt er daarnaast voor dat bestaande, recent gewijzigde wetgeving in de Omgevingswet wordt opgenomen. Ook wordt de Invoeringswet benut om de Omgevingswet op een aantal punten nader in te vullen.

Onduidelijkheid bij burgers

In hun reactie wijzen de natuurorganisaties erop dat het vervallen van de algemene vergunningplicht een verandering is met gevolgen die voor burgers onaanvaardbaar zijn. Hierdoor zal het namelijk per gemeente, of zelfs per deel van een omgevingsplan, gaan verschillen welke bouwactiviteiten wel en niet vergunningplichtig zijn. Het wordt dan voor burgers bijna ondoenlijk om adequaat in te kunnen spelen op voorgenomen bouwplannen. In het voorstel ligt het zwaartepunt op handhaving achteraf, in plaats van een goede afstemming vooraf. Hierdoor ontstaat geen administratieve lastenverlichting voor de burger, zoals beoogd werd.

Minder samenhang

Ook geven de organisaties in hun reactie aan dat het geen goed idee is om de vergunning voor bouwactiviteiten ‘op te knippen‘ in een technische vergunning (een vergunning waarbij is getoetst aan de ‘technische’ regels uit onder meer het Besluit bouwactiviteiten leefomgeving) en een ruimtelijke vergunning  (waarbij is getoetst aan de ruimtelijke regels in het Omgevingsplan). Deze knip zal de mogelijkheid om een voorgenomen activiteit integraal te beoordelen nog verder bemoeilijken.


De reactie is ondertekend door de Natuur & Milieufederaties, Natuurmonumenten, Milieudefensie, LandschappenNL, Vogelsbescherming Nederland, SoortenNL, de Waddenvereniging en Erfgoedvereniging Bond Heemschut.

Lees meer

https://youtu.be/cw6y4XBPfO0