Blog: Het gaat goed met de NMZH
29 juni 2016
Blog: Het gaat goed met de NMZH
Sinds 1 juli 2015 ontvangt de NMZH geen jaarlijkse exploitatiesubsidie meer van de provincie Zuid-Holland. Een grote verandering voor onze organisatie. Vanaf 2014 werken wij aan nieuwe financiering van ons werk en het opbouwen van een andere relatie met de provincie. In ons beleidsplan 2015-2020 hebben wij deze nieuwe koers uitgezet. Op basis van een drietal strategieën gericht op duurzame ontwikkeling, geven wij inhoud aan een viertal inhoudelijke prioriteiten: klimaat en energietransitie, natuur en landschap, grondstoffen en duurzame landbouw, compacte en gezonde stad. Dit betekent enerzijds meer focus in ons werk, maar ook minder of geen prioriteit voor sommige activiteiten. Kort samengevat, de toekomst voor de NMZH ziet er relatief goed uit maar het vinden van geld om te kunnen blijven werken aan maatschappelijke opgaven in Zuid-Holland blijft een pittige klus en vereist een grote mate van flexibiliteit en creativiteit.
Op verzoek van Provinciale Staten heeft de provincie Zuid-Holland een quick scan uitgevoerd naar de gevolgen van de provinciale subsidiekortingen in de afgelopen jaren bij 27 provinciale instellingen, waaronder de NMZH. Als peiljaar is 2014 genomen. Het is altijd weer verrassend te zien hoe anderen, nu dus de provincie, zich een beeld vormen van hoe het met je gaat zonder dat er een gesprek of contact is geweest. Vanuit onze jaarstukken is gekeken naar de financiële exploitatie, liquiditeit en reserves. De provincie trekt de conclusie dat de NMZH financieel gezond is. Altijd leuk om te lezen. Maar de quick scan kijkt niet naar inhoud en wat wij met de provinciale exploitatiesubsidie hebben kunnen bereiken. Als je dat in de beoordeling betrekt is er toch veel gebeurd. Een paar voorbeelden.
De provinciale bijdrage stelde ons in staat om naast onze inzet in de Rotterdamse haven ook altijd de voorgenomen vergunningen voor de zware industrie, met een grote impact op de kwaliteit van de leefomgeving en risico’s voor de samenleving, te beoordelen. Regelmatig hadden wij contact met DCMR, individuele bedrijven en omgeving. Indien nodig fungeerden wij als last resort en er werd wanneer nodig een beroepsprocedure gestart om een ongewenste situatie te corrigeren. DCMR ging hier door de jaren heen op anticiperen en vroeg in een eerder stadium onze mening. Deze inzet heeft er mede toe geleid dat vergunningen zijn aangescherpt en de kwaliteit van de leefomgeving is verbeterd en emissies zijn teruggebracht. Hoe erg wij dit ook vinden, wij kunnen geen financiële middelen meer vinden om dit werk te kunnen blijven doen. We moeten ons nu beperken, vaak reactief en tot zaken waar problemen zijn ontstaan. Wellicht zijn er daardoor ook weer meer beroepsprocedures.
De afgelopen jaren hebben veel organisaties en bewoners een beroep op ons gedaan bij grote infrastructuurprojecten. Zoals de Blankenburgtunnel en A4 Midden-Delfland. Maar ook bij provinciale wegen zoals de Rijnlandroute. Krachten bundelen om argumenten goed uit te wisselen, nut en noodzaak aan de orde stellen, te zorgen voor de goede compensatie en inpassingsmaatregelen. Ook voor dit werk worden de middelen steeds schaarser. Dat zien wij nu al bij de A13/A16. Maar veel partijen blijven aan ons trekken. Gemeenten, Rijkswaterstaat, omwonenden, belangengroepen en maatschappelijke organisaties als of er niets is veranderd. Maar de middelen ontbreken om hier op de vertrouwde wijze aan te kunnen werken. Kijk naar het Groene Hart waar veel weginfrastructuur moet worden aangelegd of structuren veranderen waardoor veel vragen vanuit de bewoners en organisaties op ons af blijven komen.
Veel inwoners van Zuid-Holland zijn betrokken bij een natuur en landschapsorganisatie of volgen de ruimtelijke ordening van de provincie en gemeenten op de voet. Tot nu konden wij met cursussen en expertmeetings aandacht besteden aan veranderingen in beleid en wetgeving. Neem bijvoorbeeld de Natuurwet en Omgevingswet. Daardoor kunnen deze actieve inwoners van Zuid-Holland aanhaken bij deze grote veranderingen en hun rol in de eigen leefomgeving opnieuw vinden en blijven spelen. Ook hiervoor ontbreken nu de middelen om wanneer dat nodig is hier aandacht aan te besteden.
Zo maar even een eigen inhoudelijke quick scan over de gevolgen van het wegvallen van onze provinciale subsidie. Dus als je alleen naar de hoofdlijn van de financiën kijkt wordt de quick scan dus wel erg quick en erg dun. En is de conclusie snel getrokken dat het goed gaat.
Juist de provincie heeft belang bij het bundelen en inbrengen van gebiedskennis en het betrekken van de samenleving bij grote projecten. Veel investeren in het voortraject en het geven van gelegenheid tot participatie heeft succesvolle projecten opgeleverd, zoals de A4 Midden-Delfland en Maasvlakte 2. Ook voorkomt het dat de kloof tussen burger en bestuur verder vergroot wordt. Zuid-Holland blijft hierdoor leefbaarder, duurzamer en bestuurbaarder.
Als NMZH gaan wij uit van de eigen kracht en visie. Vanuit onze doelstelling lopen er mooie projecten om duurzame ontwikkeling dichterbij te brengen in onze provincie. Misschien op een andere manier of vorm dan 5 jaar geleden. Maar wel vanuit de spanning in de samenleving en voorzien van een eigentijdse financiering. Maar na het wegvallen van de provinciale exploitatiesubsidie is er dus wel het nodige gebeurd wat niet is opgenomen in de quick scan van de provincie. Goed om je dat ook te realiseren. Ben ook wel benieuwd welke effecten de bezuinigingen bij de overige 26 provinciale instellingen hebben veroorzaakt.
Maar de conclusie delen wij wel. Het gaat goed met de NMZH.