Het gaat goed met de natuur! Of…. iets minder slecht?

22 november 2017

Het gaat goed met de natuur! Of…. iets minder slecht?

Onlangs bracht het IPO, het samenwerkingsverband van de provincies, haar derde voortgangsrapportage natuur naar buiten. Met een bijbehorend ronkend nieuwsbericht gaf het IPO (de provincies zelf dus) aan dat de provincies goed bezig zijn als het om natuur gaat. De provincies liggen volgens de berichtgeving ruim op schema met de inrichting van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). De daling van de gemiddelde natuurkwaliteit, die sinds 1994 is ingezet, is inmiddels gestopt en in sommige gebieden neemt de kwaliteit zelfs licht toe. Natuurlijk is het fijn dat er positieve stappen worden gezet op het gebied van natuur, stappen vooruit in plaats van alleen het remmen van achteruitgang. Maar is er ook reden om de vlag al uit te hangen?

Dat er positieve stappen worden gezet voor de natuur, betekent nog lang niet dat het ook goed gaat. In de natuurgebieden zelf lijkt er in veel gevallen gelukkig sprake te zijn van een stabilisatie van de achteruitgang van de biodiversiteit. Maar toch is ook in die gebieden nog lang niet alles op orde. Zo zijn de milieucondities als het bijvoorbeeld gaat om stikstof slechts in circa een kwart van alle natuurgebieden goed te noemen. En ook op het gebied van verdroging (grondwaterstand) en ruimtelijke condities zijn er in veel natuurgebieden nog een hoop problemen. De oorzaken van deze problemen liggen buiten de natuurgebieden, maar hebben dus wel een flinke impact op de natuurgebieden. Bovendien blijkt uit de IPO rapportage ook dat alle ecosystemen landnatuur gemiddeld gezien slechts 40% scoren ten opzichte van volledig intacte ecosystemen (100%). Oftewel: gemiddeld is nog slechts 40% van de kenmerkende soorten van deze ecosystemen aanwezig in de natuurgebieden. En ook als het gaat om boerenlandvogels bevat de IPO rapportage geen vrolijk nieuws: er is nog altijd sprake van een forse afname, al lijkt die afname de laatste jaren een beetje af te vlakken.

Verder is het ook opvallend dat het IPO in haar rapportage alleen aangeeft hoeveel vorderingen de provincies hebben gemaakt met de verwerving, inrichting en beheer van het NNN, maar niet laat zien hoe deze voortgang zich verhoudt tot de planning. In Zuid-Holland loopt de voortgang van de realisatie van het NNN namelijk ver achter op de planning en is er dus weinig reden voor een complimenteus verhaal op dit vlak. De komende jaren zal een inhaalsprint nodig zijn om de opgelopen achterstand in te lopen. De provincie zal hiervoor alle zeilen bij moeten zetten.

Het positieve nieuws uit de IPO rapportage is dat investeren in natuur lijkt te werken. Door de realisatie van nieuwe natuur en het versterken van de natuurkwaliteit lijkt de achteruitgang van de biodiversiteit een halt toegeroepen te kunnen worden. Maar de natuur is er nog dusdanig slecht aan toe dat meer investeringen hard nodig zijn en er oplossingen gezocht moeten worden voor factoren die de milieucondities aantasten zoals de intensieve landbouw, industrie en verkeer. Er is dus nog een hoop werk aan de winkel voor de provincies en ook voor de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland!