De provinciale bezwarenprocedure zit vol verrassingen

25 oktober 2017

De provinciale bezwarenprocedure zit vol verrassingen

In de afgelopen jaren heeft de NMZH zich vrij intensief bezig gehouden met het faunabeheer. Omdat er verschillende ontheffingen voor het afschot van vogels werden afgegeven die volgens ons teveel negatieve gevolgen zouden hebben voor de natuur, zijn we samen met vele lokale natuurorganisaties bezwaar- en beroepsprocedures gestart. Zo’n procedure begint met een bezwaar tegen een besluit van Gedeputeerde Staten (GS). Over dit bezwaar brengt de provinciale bezwarencommissie advies uit en op basis hiervan neemt GS vervolgens een besluit over het bezwaar. Als het bezwaar gegrond wordt bevonden wordt het oorspronkelijke besluit hierop aangepast. Is het bezwaar ongegrond, dan blijft het oorspronkelijke besluit in stand. Tegen het besluit op bezwaar kan vervolgens beroep bij de rechter worden ingesteld.

Onze ervaringen met de bezwaarprocedures bij de provincie Zuid-Holland roepen af en toe wel de vraag op hoe serieus de provincie deze zelf eigenlijk neemt. Diverse keren hebben we meegemaakt dat de provinciale bezwarencommissie adviseerde om bepaalde aspecten uit ons bezwaar gegrond te verklaren, maar dat GS dit advies naast zich neerlegde. Ook kwam een keer voor dat in het besluit op bezwaar werd betoogd dat het advies van de commissie op een bepaald punt niet overgenomen werd, maar de tekst van de ontheffing wél was aangepast conform het advies. Er was “abusievelijk niet besloten conform de motivering” zo luidde de latere toelichting van GS hierop.

De meest opmerkelijke situatie ontstond echter deze zomer. In het provinciaal blad werd tijdens de zomervakantie een bekendmaking gepubliceerd van een goedkeuringsbesluit over nieuwe faunabeheerplannen voor de roek, ekster, zwarte kraai, vos en de jachtsoorten konijn, haas, wilde eend, fazant en houtduif. Hierin werd aangegeven dat bezwaar gemaakt kon worden tegen dit goedkeuringsbesluit binnen zes weken na de bekendmaking. Toen wij dit bezwaar, wederom mede ondertekend door vele lokale natuurorganisaties, indienden, kregen we na enkele weken een brief dat ons bezwaar te laat en niet compleet zou zijn. Volgens de provincie had ons bezwaar namelijk binnen zes weken nadat het goedkeuringsbesluit aan de faunabeheereenheid (FBE) verstuurd was ingediend moeten worden en niet binnen zes weken na de bekendmaking in het provinciaal blad. Deze publicatie volgde pas ruim een week na verzending van het besluit aan de FBE. In reactie hierop gaven wij aan dat wij niet in de brievenbus van de FBE kunnen kijken en wij dus om gebruik te kunnen maken van de wettelijke bezwaartermijn van zes weken uit moesten gaan van de datum  van openbare bekendmaking van het besluit. Bovendien was voor ons volslagen onduidelijk welke stukken zouden ontbreken in ons bezwaar, dus ook hier vroegen we opheldering over.

In het verweerschrift van GS dat wij onlangs ontvingen, werd niet op de inhoud van ons bezwaar ingegaan, maar zet GS wederom volledig in op het niet ontvankelijk verklaren van ons bezwaar. Naast het wederom aangeven dat ons bezwaar te laat zou zijn, stelt GS in haar verweerschrift tevens dat het goedkeuringsbesluit helemaal niet vatbaar is voor bezwaar en beroep. Hoe dit zich verhoudt met de bekendmaking van de provincie zelf waarin vermeld staat dat er bezwaar gemaakt kan worden tegen het goedkeuringsbesluit is ons een raadsel. Op onze vraag welke stukken nu in ons bezwaar zouden ontbreken, is GS niet ingegaan.

Morgen mag de provinciale bezwarencommissie zich gaan buigen over deze kwestie, wij zijn benieuwd!

Foto: Pixabay