Water, essentiële bron van leven

Water, essentiële bron van leven

Het gaat al heel lang niet goed met de waterkwaliteit en vooral de chemische waterkwaliteit van het oppervlaktewater in ons land en ook in Zuid-Holland. Om hierin structureel verbetering te brengen, is in 2000 op Europees niveau de Kaderrichtlijn Water van kracht geworden. In deze richtlijn staan afspraken die ervoor moeten zorgen dat uiterlijk in 2027 het oppervlaktewater in alle Europese landen voldoende schoon en gezond is. Vanuit deze afspraken is in de afgelopen jaren gewerkt aan het verbeteren van de waterkwaliteit.

Ondanks deze inspanningen is de waterkwaliteit anno 2021 nog verre van goed en dat is zeer zorgelijk.

We kunnen nu al vaststellen dat na 11 jaar Kaderrichting Water de doelen voor 2027 bij lange na niet worden gehaald, terwijl een goede oppervlaktewaterkwaliteit cruciaal is voor de biodiversiteit. De vervuiling moet drastisch omlaag, zodat de kwaliteit van het oppervlaktewater zich kan herstellen.

Twee voorbeelden om te illustreren waarom het niet goed gaat:
Ondanks dat het niet mag worden al vele jaren in het beheergebied van Delfland resten van wettelijk niet meer toegelaten bestrijdingsmiddelen gemeten in het oppervlaktewater of worden normoverschrijdingen gemeten van wel toegelaten bestrijdingsmiddelen. Ook de waterkwaliteitsrapportage over 2020 in Delfland laat zien dat geen vooruitgang is geboekt. Er wordt al heel lang op vrijwillige basis door Delfland samen met onder meer Glastuinbouw Nederland en de gemeenten gewerkt aan het terugdringen van lozingen en lekkages van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten zoals stikstof en fosfaat uit de kassen in het oppervlakte water. De NMZH volgt dit proces nu al meer dan 8 jaar en wij zien weinig tot geen verbetering. In 2020 werden zelfs, ondanks de gemaakte afspraken, nieuwe bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater van Delfland aangetroffen. Delfland zegt hier zelf van dat dit onnodig is en niet acceptabel. Maar toch ieder jaar, keer op keer, hetzelfde. Zo gaat het nooit beter worden.

Echt brononderzoek in combinatie met handhaven en het van rechtswegen aanspreken van verantwoordelijken helpt enorm om dit probleem sneller op te lossen.

Dat is ook nodig, want Delfland zelf geeft nu ook aan de doelen uit de Kaderrichtlijn Water niet te gaan halen.

Neem nou bijvoorbeeld persistente stoffen. Stoffen die niet of nauwelijks op natuurlijke wijze kunnen worden omgezet. Biologisch slecht afbreekbaar zijn en zich ophopen in het milieu. Stoffen die niet of nauwelijks of tegen zeer hoge kosten uit het oppervlaktewater kunnen worden gefilterd bij de productie van drinkwater of in afvalzuiveringsinstallaties uit het effluent gehaald kunnen worden. Toch worden deze zogenaamde PFAS stoffen in veel industriële processen gewoon gebruikt. Ondanks de beperkte kennis over de schadelijkheid. We weten lang niet alles van de effecten van deze stoffen op mens en dier voor de lange termijn. Hoe cumulatie van stoffen zich op termijn gaan verhouden. Hoe deze stoffen neerslaan in de waterbodems. We hebben gezien wat het storten of lozen van stoffen in de jaren 60 en 70 voor effecten en grote maatschappelijke kosten heeft gehad om de verontreinigingen op te lossen. Iedereen kent wel een of meerdere voorbeelden. Toch zijn deze stoffen gewoon vergund en kunnen ook gewoon geloosd worden in het water en de lucht.

De Unie van Waterschappen pleit nu voor een totaalverbod op PFAS. Op basis van het EFSA-advies adviseerde het RIVM onlangs al het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om de drinkwaternorm voor PFAS te verlagen. De enige manier om PFAS aan te pakken en uit te faseren, is aanpak aan de bron, stelt de Unie. Zoveel mogelijk moet voorkomen worden dat PFAS in het milieu terecht kan komen.

De NMZH pleit al jaren voor een integrale aanpak en het uit faseren van deze stoffen in de productieketens en het voorkomen dat deze stoffen in de natuur en het milieu terecht komen.

Toch verlenen de leden van de Unie jaar in en jaar uit watervergunningen in relatie tot PFAS. We begrijpen het pleidooi van de Unie maar begrijpen niet dat zoals in Delfland ook het geval is dit soort processen gewoon door kunnen blijven gaan met grote maatschappelijke gevolgen in de toekomst en grote maatschappelijke kosten om deze stoffen uit ons milieu en water te verwijderen. Er is dringend een bronaanpak nodig. Geen wonder dat Nederland op het gebied van de waterkwaliteit weer onderaan een Europees lijstje bungelt.

Als we blijven doen wat we gedaan hebben, gaat er weinig veranderen. Meer regie is nodig om tot een gezamenlijk aanpak te komen. Dit moet kracht bijgezet worden door een betere vergunningverlening en handhaving. Ook de rol van de Omgevingsdiensten is belangrijk en moet een grotere inzet gaan leveren bij een bronaanpak en het actualiseren van de vergunningen.

De chemische vervuiling van ons oppervlaktewater is een groter maatschappelijk probleem dan menigeen zich realiseert, maar nog oplosbaar als iedereen in de verantwoordelijkheidsketen beter zijn werk gaat doen. Voor de vervuiling door bestrijdingsmiddelen betekent het dat wet- en regelgeving veel beter gehandhaafd moeten worden, en soms ook aangescherpt. Handhavers moeten naar de bron en ook daadwerkelijk gaan optreden.

Tot slot moeten we veel beter zicht krijgen op de waterkwaliteit: de waterschappen moeten ook in de kleinere wateren de kwaliteit gaan meten. Ook om te kijken wat het effect is van projecten gericht op het herstel van waterkwaliteit. Zo krijgen we veel beter zicht op wat de huidige toestand is én welke aanpak zoden aan de dijk zet. Ook ondersteunen wij het pleidooi van de Unie voor een verbod op zowel niet-essentiële als essentiële toepassingen van deze PFAS stoffen.

Goed dat er deze maand weer op verschillende momenten aandacht was in de media voor dit onderwerp