Blog: Verkoop kolencentrale Maasvlakte roept veel vragen op

Blog: Verkoop kolencentrale Maasvlakte roept veel vragen op

Engie (GDF Suez) heeft haar kolencentrales in Duitsland en Nederland verkocht aan de Amerikaanse participatiemaatschappij Riverstone Holdings LLC. Onderdeel van deze deal is ook de Rotterdamse Kolencentrale op de Maasvlakte. Deze kolencentrale produceert 731 MW en is pas drie jaar in bedrijf. De bouw kostte zo’n € 1,5 miljard met veel financiële steun van de Nederlandse overheid.

Het Rijk en de provincie Zuid-Holland hebben samen met het bedrijfsleven, tegen alle maatschappelijke weerstand in gezorgd dat deze nieuwe kolencentrale er is gekomen. Vanuit de klimaatopgave willen veel partijen deze kolencentrale niet langer openhouden. Uiteindelijk heeft het kabinet besloten dat deze kolencentrale uiterlijk in 2030 weer dicht moet.

Zoeken naar nieuwe invulling

Engie was zich goed bewust van deze maatschappelijke ontwikkeling. De afgelopen twee jaar was Engie gericht op zoek naar een nieuwe invulling van hun kolencentrale. Met als uiteindelijk doel om vanaf 2025 zonder kolen verder te gaan. Gedacht werd aan een utility installatie die op basis van duurzame organische reststromen bio-chemicaliën, waterstof, warmte en elektriciteit kon leveren.
De transitie in de Rotterdamse haven moet gedragen worden door het bestaande industriecluster en kan maar voor een beperkt deel worden ingevuld door de instroom van nieuwe bedrijven die klimaat neutraal of op weg daarnaar produceren. Een immense en ingewikkelde opgave om Rotterdam in 2050 klimaatneutraal te laten produceren en opereren. Hiervoor zullen wij alle krachten en kennis moeten bundelen om dit te kunnen bereiken. Met die insteek bleven wij ook in gesprek met Engie en dachten wij mee.

Trump

Natuurlijk waren er geruchten over deze verkoop. Maar het feit dat nu de verkoop is gesloten roept ook weer veel vragen op. Wat is de reden dat deze Amerikaanse participatiemaatschappij tot deze aankoop is overgegaan? Onder leiding van Trump stimuleert Amerika het gebruik van kolen weer enorm. Ook de export van kolen kan beter worden veilig gesteld als Amerika ook investeert in kolencentrales in Europa. Tegen zo laag mogelijke kosten en investeringen kolencentrales op deze manier draaiende houden is dan opeens erg lucratief. Maar het vertraagd wel enorm de gewenste transitie waar Rotterdam voor staat.
Hoe welwillend staat een Amerikaanse durfinvesteerder tegenover de afspraken in een af te sluiten Nederlands Klimaatakkoord? Riverstone typeert zich als investeerder in relatief risicovolle belangen, soms voor snelle winst. De kans dat er bij sluiting een forse schadevergoeding van de Nederlandse Staat wordt geëist is niet ondenkbeeldig.

Utility centrale

Er is door de Nederlandse Staat al veel geld geïnvesteerd in de bouw van deze kolencentrale. Vanuit de EU heeft Engie recent nog € 19 miljoen gekregen voor de voorgenomen innovatie tot utility centrale. Ook is het aandeel kolenstroom in onze elektriciteitsproductie nog ongekend groot en is dit wellicht een stevige driver bij deze aankoop.
De totale Nederlandse stroomproductie nam in 2016 met bijna 5 miljard kWh toe tot 115 miljard kWh (CBS Statline 2017). Hiervan werd 37 miljard kWh opgewekt uit steenkool, 33% van de totale elektriciteitsproductie. Vijf jaar daarvoor In 2011 werd er nog maar 21 miljard kWh opgewekt met kolen. De productie van elektriciteit uit steenkool bereikte in Nederland in 2015 het hoogste niveau sinds 1990.

Er is dus nog veel onduidelijk en er staat wat mij betreft veel op het spel

Ook de gedachte dat Engie (GDF Suez) wel heel snel alles in de uitverkoop doet, stemt mij eigenlijk niet vrolijk. Was er geen vertrouwen in het eigen transitietraject om op eigen kracht kolen uit te faseren tot 2025? Of zijn de aandeelhouders na wat rekensommen tot de conclusie gekomen dat verkoop nu meer opbrengt dan de risico’s van een innovatief traject en de dreigende sluiting op termijn?

Investeren en innoveren

Ook andere grote (chemische) bedrijven, raffinaderijen en elektriciteitscentrales in de Rotterdamse haven moeten de komende decennia fors investeren en innoveren om vanuit een fossiel gedreven productie om te schakelen naar een klimaatneutrale productie. Deze opgave blijft voor die bedrijven risicovol. Wat als meerdere bedrijven het voorbeeld van Engie volgen en kiezen om eerder tot verkoop over te gaan dan hun schouders te zetten onder de transitieopgave van hun bedrijf en de Rotterdamse haven? Natuurlijk zien ook wij de risico’s, maar zonder risico’s ook geen succes transitie.

Met veel lef, goede ideeën en vooral aanpakken en doorzetten is Rotterdam groot geworden. In een tijd dat bijna alle bedrijven in de haven vanuit Rotterdam zelf werden aangestuurd is de binding met het gebied en de gezamenlijke opgave groot. Nu is de aansturing vanuit veel grote wereldsteden en internationale hoofdkantoren geregeld. Spelen aandeelhoudersbelangen een steeds grotere rol en is de binding met de haven zelf en de directe omgeving veel losser en anders ingevuld.

Uiteindelijk begrijp ik de verkoop natuurlijk wel. Maar ik blijf toch liever denken in de Rotterdamse traditie. Die aanpak past wat mij betreft ook meer bij de transitieopgave waar Rotterdam de komende decennia voor staat. Die brengt ons ook verder. Niet alleen voor de toekomst van Rotterdam als stad en haven, maar ook voor de onmiddellijke regionale omgeving en uiteindelijk Nederland.