Blog: Hoe serieus nemen wij bodemdaling?

31 januari 2017

Blog: Hoe serieus nemen wij bodemdaling?

Bodemdaling door veenoxidatie speelt in delen van Zuid-Holland een grote rol. Al decennia daalt de bodem in Midden-Delfland, Alblasserwaard, Krimpenerwaard en het gebied tussen Gouda en Boskoop en rond de Nieuwkoopse Plassen. Naast grote maatschappelijke kosten zorgt deze  bodemdaling ieder jaar voor extra CO2 uitstoot. Eén centimeterbodemdaling staat gelijk aan 22 ton CO2 uitstoot per hectare. Naast CO2 komt er ook methaan (CH4) vrij. Een broeikasgas dat 25 keer zo krachtig is als CO2. Ook komt er door de in de bodem aanwezige stikstof, veroorzaakt door dierlijke en kunstmest en het verbranden van het veen, lachgas (N2O) vrij. Dit broeikasgas is ongeveer 300 keer sterker dan CO2.

Bij ongewijzigd beleid is dit een behoorlijk structurele bijdrage aan de klimaatverandering. Tel hierbij de maatschappelijke kosten van de bodemdaling op die voor heel Nederland in de miljarden euro’s gaan lopen. Ook ontstaat een steeds groter cumulatief effect door de combinatie van bodemdaling en hogere piekafvoeren van de rivieren en de stijging van de zeespiegel voor onze waterveiligheid. Meer over de effecten van bodemdaling is te lezen in onze factsheet.

Er wordt al vele jaren over bodemdaling gesproken en er zijn talloze rapporten geschreven en aanpakken ontwikkeld. Maar de werkelijkheid is dat wij nog niet veel opgeschoten zijn om bodemdaling tegen te gaan. Het huidig gebruik van de veenweidegebieden met verlaagd grondwaterpeil wordt niet afdoende aangepast of veranderd. Er wordt nog steeds bij stedelijke ontwikkelingen in de risicogebieden te weinig rekening gehouden met de bodemzetting.

We blijven ons letterlijk de bodem in pompen. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving zijn de kosten voor het waterbeheer in de veenweidegebieden ongeveer € 200 miljoen over een periode van 40 jaar. Al deze maatschappelijke kosten komen uiteindelijk via heffingen en belastingen bij de bevolking terecht. De aantasting van het landschap en biodiversiteit zijn moeilijk in geld uit te drukken. Maar voor iedereen is duidelijk dat ook deze maatschappelijke lasten groot zijn.

We kunnen niet meer volstaan met alleen een reactief beleid. Er zal fundamenteel iets moeten veranderen in het gebruik van veenweidegebieden. De waterschappen blijven nu voortdurend de grondwaterstand verlagen voor de landbouw. Bij continuering van dit beleid zullen gemeenten en provincie meer dan voorheen geconfronteerd worden met de gevolgen van bodemdaling en de groter wordende maatschappelijke lasten.

Begin 2016 presenteerde Platform Slappe Bodem samen met STOWA en de provincie Zuid-Holland een plan van aanpak voor de ontwikkeling van een gezamenlijk kennisprogramma. In een  ‘Verklaring van Madurodam’ benadrukten gemeenten, provincies, waterschappen en kennisinstituten de urgentie van bodemdaling. We zijn nu een jaar verder. Ben benieuwd waar wij nu staan?  Ondertussen blijven  veel partijen waaronder het Planbureau voor de Leefomgeving en de NMZH aandringen op een ingrijpende beleidswijziging. Een overstap van de huidige landbouw naar een natuur inclusieve of natte landbouw kan de bodemdaling stoppen.