Windenergie in Zuid-Holland: noodzaak, randvoorwaarden en casus De Balij

18 mei 2016

Windenergie in Zuid-Holland: noodzaak, randvoorwaarden en casus De Balij

Nederland gaat fors inzetten op windenergie. Niet alleen op zee, maar ook op het land wordt gewerkt aan een groot aantal windlocaties. In 2020 moet 6000 MW windenergie op land zijn gerealiseerd. Natuur en Milieuorganisaties, bedrijfsleven, sociale partners en overheden hebben dit afgesproken in het in 2013 ondertekende Nationale Energieakkoord. Ook de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH) is een van de ondertekenaars.Belangrijke doelen waar wij ons sterk voor inzetten zijn energiebesparing in de gebouwde omgeving en industrie, het vergroten van het aandeel hernieuwbare energieopwekking en het realiseren van 6.000 MW windenergie op land.

Dit doen wij in het besef dat naast de inzet voor de klimaatdoelen Zuid-Holland ook sterk in moet zetten op duurzame economische ontwikkeling en alternatieven voor fossiele brandstoffen. Geen gemakkelijke opgave, maar een noodzakelijke willen wij Zuid-Holland op termijn gezond en veilig houden. De omschakeling naar schone energie verandert ook onze samenleving. Van afhankelijkheid van enkele grote energiebedrijven en olie- en gasrijke landen kunnen burgers en bedrijven nu dankzij zon en wind zelf energie opwekken. Voor Zuid-Holland steunen wij daarom de provinciale opgave om voor 2020 nog 735 MW windenergie te realiseren. Geen gemakkelijke opgave maar wel een belangrijke als onderdeel van een bredere transitie van fossiele energie naar duurzame energie. Daarmee kan Zuid-Holland ook bijdragen aan de realisatie van de landelijke doelstelling van 14 % duurzaam opgewekte energie in 2020. Ter vergelijking, op dit moment zitten we nog maar op 4 % opgewekte duurzame energie. Ook het Klimaatakkoord van Parijs  onderstreept de urgentie om fors in te zetten op afbouwen van fossiele energie.

Ook in Zuid-Holland moet er ruimte zijn om windmolens te plaatsen. Met de inzet op duurzame energie zien we tegelijk ook een verschuiving van grootschalige centrale opwekking (kolencentrales etc) naar een meer kleinschalige lokale energieopwekking. Lokaal opgewekte energie is ook lokaal zichtbaar. Dat is voor veel mensen even wennen. Dat betekent dat opwekken van energie lokaal en regionaal voor iedereen weer meer zichtbaar en beleefbaar wordt. Onvermijdelijk dat er naast de lusten ook lasten worden ervaren van deze ontwikkeling. Windenergie roept meer weerstand op dan andere vormen van duurzame energieopwekking.

Windenergie heeft voor Nederland verreweg het grootste potentieel en is dus een onmisbare schakel in onze schone energievoorziening. Windmolens produceren omgerekend – per oppervlak aan landgebruik en per geïnvesteerde euro – veel meer energie dan zonnepanelen of biomassa. Om een windmolen van 3 MW te vervangen, zijn 12 voetbalvelden vol zonne-panelen nodig. Een gemiddelde moderne windmolen van 3 megawatt kan pakweg 2.000 huishoudens van schone stroom voorzien. Als NMZH zijn wij partij bij de windconvenanten in de Regio Rotterdam en de haven. Daar is nu ongeveer 200 MW gerealiseerd en werken wij mee aan plannen om dit aandeel verder te vergroten. Voor heel Zuid-Holland was begin 2016 350 MW gerealiseerd. Zodra verder gesproken wordt over locaties op regionaal niveau wordt het lastig en weerbarstig. Toch blijkt uit onderzoek dat 75 procent van de Nederlanders positief staat tegenover windmolens. En dat lokale tegenstanders vaak voorstanders worden als de molens eenmaal draaien.

Windmolens ja, maar wel middels een goed proces

Vaak wordt ons gevraagd hoe wij als NMZH omgaan met het realiseren van windenergie en hoe wij rekening houden met de belangen van de omgeving. Als voorstander van windenergie gaan wij voor maatwerk en willen wij ook op regionaal niveau samen met de omgeving windenergie realiseren, zodat de lusten en lasten eerlijk verdeeld kunnen worden. Als NMZH gaan wij voor coöperatief eigendom van windmolens of een participatieplan voor de omwonenden. Dit is de beste garantie voor lokale acceptatie en grote betrokkenheid van omwonenden. De energie én de winst komen dan ten goede aan de lokale economie. Ook is het van belang om zo snel mogelijk omwonenden en andere belanghebbenden te betrekken in een transparant besluitvormingsproces. Met voldoende en heldere informatie voor omwonenden. In Nederland gelden wettelijke eisen voor de inpassing van windmolens die moeten worden gerespecteerd. Doe iets terug voor de omgeving. Windmolens leveren gemeentelijke belastinginkomsten op en winst voor de eigenaar. Stort jaarlijks een afgesproken bedrag in een omgevingsfonds. Dit geld kan gebruikt worden voor maatschappelijke doeleinden, zoals natuur, sport, cultuur, onderwijs, energiebesparingsprojecten of het opknappen van een park. Vanzelfsprekend moet zo’n omgevingsfonds passen binnen de businesscase van het windproject. Laten wij vooral samenwerken op gemeentelijk niveau. Zeker bij kleinere gemeenten is een regionale aanpak belangrijk. Uiteraard is ook de natuurbeschermingswetgeving van toepassing op een windpark. Windmolens mogen beschermde natuurgebieden en diersoorten niet bedreigen. Als NMZH kijken wij kritisch mee bij de keuze voor een windlocatie. Vanuit dit kader beoordelen wij zelf locatiekeuzes en windprojecten en beslissen wij om wel of niet mee te werken.

Als voorstander van windenergie lopen wij dus niet blind achter ieder project aan. Maar willen wij ook feiten en fictie scheiden in de bezwaren van tegenstanders. Daarom moet naast noodzaak ook eigenaarschap, participatie en winst voor het betreffende gebied een rol in de discussie spelen. Dit geldt ook bij  mogelijke windmolens in ‘de Balij’, langs de A12 in Pijnacker-Nootdorp.

Hoe wegen wij locaties af

De NMZH ziet de noodzaak van het realiseren van windenergie en maar ook de spanning om dat op een goede manier te doen. Daarom wil de NMZH niet dat er locaties voor windenergie komen in de kwetsbare ecologische hoofdstructuur. Voor het overige moeten mogelijke locaties niet op voorhand worden uitgesloten, gezien de maatschappelijke opgave om op korte termijn tot veel duurzame energie te komen. Wij vinden het belangrijk dat locaties aansluiten bij infrastructuur en bedrijventerreinen om daarmee de impact op mens en natuur te beperken. De NMZH ziet erop toe dat een goede en volwaardige milieueffecterapportage antwoord geeft op de vraag of een locatie voor mens en natuur niet te grote negatieve gevolgen heeft.

Participatie  van omwonenden en de rol van burgercoöperaties

Als een locatie voor windenergie op deze manier succesvol de ‘afwegingsladder’ heeft doorlopen, dan moet er ook echt windenergie worden gerealiseerd. Maar naast het bijdragen aan klimaat- en duurzame energiedoelen, vindt de NMZH ook dat realisatie moet bijdragen aan het gebied rond de locatie. Dat betekent serieus werk maken van acceptatie en participatie van omwonenden  en burgercoöperaties bij de ontwikkeling van locaties vormgeven. Ontwikkeling van locaties van bovenaf door een projectontwikkelaar en alleen voldoen aan wettelijke inspraakeisen is niet meer van deze tijd. Daarom hebben wij samen met NWEA en ODEdecentraal een gedragscode ontwikkeld  Doel van deze gedragscode is om bij het ontwikkelen van een windenergielocatie vroegtijdig bewoners te betrekken en  mogelijkheden tot  deelnemen (financieel; als mede-eigenaar via een coöperatie) vorm te geven. Én, om een deel van de opbrengst van de windenergie ook terug te laten vloeien in het gebied en in de kwaliteit van de leefomgeving te plaatse.

Casus: de Balij

Eén van de locaties die op dit moment door de provincie Zuid-Holland wordt onderzocht op geschiktheid voor het realiseren van windenergie in Zuid-Holland is de zone langs de A12 van Natuur en Recreatiegebied De Balij in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Het gaat hier niet om de ecologische hoofdstructuur en grote natuurwaarde. Vanuit ons afwegingskader sluit de NMZH deze locatie niet op voorhand uit als windlocatie. Dat inwoners zorgen hebben over de impact van deze windlocatie op hun leefomgeving en op onder andere vogels, is begrijpelijk. Daarom dient er ook voor de windlocatie Balij een goede en volwaardige milieueffectrapportage te worden gemaakt. Als uit die milieueffectrapportage blijkt dat de locatie ‘kan’, dan wil de NMZH de kansen voor het gebied ook echt grijpen en deze locatie ook samen met de omgeving gaan ontwikkelen. Buig de zorgen om en laten wij samen een burgercoöperatie opzetten. Als mede-eigenaar van de windmolens zijn wij ook mede-bepaler van de ontwikkeling van het gebied. Zo wil de NMZH de maatschappelijke opgave voor windenergie koppelen aan winst voor het gebied in en rond ‘de Balij’.

Parallel aan  het onderzoek gaan wij verkennen of er een burgercoöperatie mogelijk is, hoe het gebiedsfonds kan worden vormgegeven, etc. Daarbij gebruiken we onder andere ook de ervaringen van onze collega-organisaties in Gelderland en Zeeland.  Met Staatsbosbeheer als grondeigenaar zijn wij het gesprek aangegaan om het proces vorm te geven conform onze gedragscode windenergie. Op dit moment bespreken wij met Staatsbosbeheer of wij deze ontwikkeling in een samenwerkingsovereenkomst moeten vastleggen. Windenergie als bijdrage aan klimaatdoelen, een burgercoöperatie als mede-bepaler van investeringen in het gebied. Betrokkenheid, eigenaarschap én beheer van het gebied zo langjarig verbeteren en verzekeren. Ons lijkt dat het waard.

Meer informatie

Lees hier ons gespreksverslag van het overleg dat wij op 19 april 2016  hadden met Windturbines N470 Nee en Balij Windmolen Vrij.  Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met Jan Kastje of Alex Ouwehand.