NMZH: “Geen gedwongen verhuizing voor Rhoonse kerkuil”

3 februari 2016

NMZH: “Geen gedwongen verhuizing voor Rhoonse kerkuil”

De Rhoonse kerkuil waarvan het nest bedreigd wordt door de sloop- en bouwplannen van Zoeteman B.V. mag niet gedwongen worden om te verhuizen. Binnen een straal van 500 meter rondomhet huidige nest is nog onvoldoende vervangende nestgelegenheid. De Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland constateert daarom dat de broedplaats van de kerkuil niet mag worden aangetast.

In november 2015 maakte de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH) bezwaar tegen de ontheffing die werd afgegeven aan de firma Zoeteman B.V.  Met de sloopwerkzaamheden waarvoor deze ontheffing werd aangevraagd zou namelijk het nest van een kerkuil vernietigd worden. Volgens de NMZH zou dit in strijd zijn met de Europese Vogelrichtlijn. Om de werking van de ontheffing op te schorten vroeg de NMZH direct een voorlopige voorziening aan, maar deze werd door de rechter niet toegekend. De firma Zoeteman B.V.kan daardoor al met de sloopwerkzaamheden  beginnen, in afwachting van de definitieve uitspraak van de rechter over het bezwaar van de NMZH.

Bij het uitvoeren van de werkzaamheden moet de firma Zoeteman B.V. zich echter wel aan de voorwaarden van de ontheffing houden. De NMZH constateert dat daar nog geen sprake van is omdat er nog geen twee vervangende nestkasten geplaatst zijn op geschikte locaties binnen 500 meter van het huidige nest. Pas als dat gebeurd is kan er na minimaal drie maanden gestart worden met de werkzaamheden. De NMZH heeft de  Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (de verlener van de ontheffing) daarom gevraagd om aan de firma Zoeteman B.V. duidelijk te maken dat het niet toe gestaan is om de huidige nestlocatie nu onklaar te maken en om handhavend op te treden indien dit toch gebeurt.

Lees hier de brief van de NMZH aan de RVO.