Uit onderzoek blijkt dat de Noordzee schoner wordt
Uit onderzoek blijkt dat de Noordzee schoner wordt
Op donderdag 18 februari publiceerde natuur- en milieuorganisatie Stichting De Noordzee de nieuwste cijfers van een langdurig strandafvalonderzoek. Sinds 2001 voert de stichting in opdracht van Rijkswaterstaat strandafvalmonitoringen uit langs de Nederlandse Noordzeekust. Met een analyse van 20 jaar strandafvalonderzoek is een significant dalende trend vastgesteld: de stranden worden schoner. Dat betekent dat de gerichte inzet loont. Hoopvol nieuws vind ook de NMZH en een trend om verder voort te zetten.
18 februari 2021
Steeds minder afval op het strand
Er ligt nu 27% minder afval op het strand dan tien jaar geleden. Dat toont Stichting De Noordzee aan met het rapport Goed op weg naar een schone zee. Stichting De Noordzee analyseerde data van twintig jaar strandafvalonderzoek op niet-toeristische stranden. Onderzoekers van Wageningen University & Research waren betrokken bij de data-analyse en bevestigden de significantie van de trend. In de eerste tien jaar (periode 2001-2010) zijn er gemiddeld 388 stuks afval per honderd meter aangetroffen, in de periode daarna (2011-2020) daalde het gemiddelde naar 282 stuks afval per honderd meter. In het bijzonder daalden ballonnen en visserijgerelateerd afval significant. Ballonnen zijn daardoor verdwenen uit de top vijf van meest gevonden strandafval. Hoewel visserijgerelateerd afval nog steeds op nummer 1 staat, wordt het minder gevonden en daalt het significant.
Ook in de meest recente Groene Peiler die de NMZH heeft uitgezet, is het onderwerp zwerfvuil ook onder de aandacht gebracht. Dit blijkt een belangrijk onderdeel van de gezondheidsbeleving van de burger in Zuid-Holland.
Het sneeuwbaleffect van bewustzijn, beleid en gezamenlijke actie
Stichting De Noordzee voerde een kwalitatieve analyse uit van de verschillende oorzaken. Drie belangrijke factoren dragen volgens de stichting bij aan de trendbreuk. Allereerst is er steeds meer aandacht voor zwerfafval, vooral voor plastic in zee, waardoor het draagvlak voor de aanpak ervan groeit. Ten tweede is er lokaal, nationaal en internationaal beleid ingevoerd dat goed werkt, zoals gemeentes die ballonoplatingen verbieden, een nationaal verbod op gratis plastic tasjes en internationale wetgeving voor het lozen van afval op zee. Uit de data blijkt dat na invoering van dit beleid significant minder ballonnen, minder plastic tasjes en minder afval van de scheepvaart aanspoelen. Ten derde zetten burgers, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties zich steeds meer in voor een schone zee, door bijvoorbeeld het strand op te ruimen en de faciliteiten voor afvalafgifte in havens te verbeteren. Mede door de inzet van de Nederlandse visserijsector wordt er minder visserijgerelateerd afval aangetroffen. Ook worden er jaarlijks tonnen afval opgevist en aan land gebracht met het Fishing for Litter-project.
Aanpak bij de bron blijft nodig
Stichting De Noordzee roept de overheid op om de Europese Richtlijn voor wegwerpplastic zo snel en effectief mogelijk in te voeren en daarbij de kans aan te grijpen om meer wegwerpplastic te verbieden en in te zetten op hergebruik. “De aandacht voor het afvalprobleem in zee is enorm gegroeid en we zien dat beleid om plasticvervuiling aan te pakken werkt. Daarom zijn we ook erg blij met de uitbreiding van statiegeld op kleine plastic flesjes dat in juli wordt ingevoerd en het recente besluit over statiegeld op blik in 2022,” zegt Van Galen. “Maar er belandt nog steeds te veel afval op het strand: over de hele periode van twintig jaar monitoring ligt het gemiddelde op 330 stuks afval per honderd meter. Vispluis is nog steeds het meest gevonden afval. Daarom is het onder andere van groot belang dat er alternatieven voor vispluis worden ingezet, containerverlies wordt voorkomen en de instroom van afval via rivieren wordt gestopt. De resultaten van dit rapport zijn hoopgevend. Het is noodzakelijk om het afvalprobleem samen bij de bron aan te pakken: dat is de sleutel voor een écht schone en gezonde Noordzee.”
Voor meer informatie neem je contact op met:
Nienke Schuil
Regisseur ruimtelijke ontwikkeling, landschap en natuur