Er is een analyse gemaakt van alle moties, amendementen en initiatiefvoorstellen op het gebied van natuur en milieu die afgelopen statenperiode de revue zijn gepasseerd. Deze stukken zijn beoordeeld op: biodiversiteit, landschapsontwikkeling, natuurlijk kapitaal, groen inclusieve steden, energie, infrastructuur, waterkwaliteit, klimaat, faunabeheer, natuur en landbouw. Er is gekeken naar wat de activiteit en het stemgedrag was van partijen op deze categorieën. De partijen waar onderzoek naar gedaan is zijn: FVD, VVD, GroenLinks, D66, PvdA, CDA, PVV, CU, 50PLUS, PvdD, SP, SGP en DENK.
Dit is overzichtelijk gemaakt met een kwalitatieve thematische analyse, uit deze thematische analyse is een vergelijking ontstaan tussen verkiezingsprogramma’s en het stemgedrag/activiteit, hierdoor is er te achterhalen of beloftes zijn nagekomen door partijen. Deze resultaten zijn uiteindelijk vergeleken met de resultaten van de vorige statenperiode die beschreven zijn in een vorig onderzoek van J. Nielen. Uit de resultaten en de vergelijkingen zijn uiteindelijk conclusies getrokken.
In de inventarisatie is naar voren gekomen dat partijen als GroenLinks en PvdD worden gezien als partijen die het meeste opkomen voor natuur en milieu en partijen als FVD en PVV worden gezien als partijen die hier het minst voor opkomen. CDA, SGP, CU, VVD, 50PLUS en DENK zijn partijen die nog veel economische belangen hebben en waar natuur en milieu dus niet op de eerste plaats staat. D66, SP en PvdA zijn dan weer partijen die neigen naar het belang van natuur en milieu maar hier niet altijd hun pijlen op richten.
In de analyse zijn de verkiezingsprogramma’s, de activiteiten en het stemgedrag van partijen onderzocht. De meest ambitieuze verkiezingsprogramma’s kwamen van de partijen GroenLinks, PvdD, SP, D66 en PvdA. Daarna volgde de partijen CDA, CU, SGP, VVD, DENK en 50PLUS. De partij PVV had ook een ambitieus programma maar in negatieve zin. FVD heeft geen verkiezingsprogramma aangeleverd voor deze statenperiode. Bij de activiteiten viel er op dat PvdD de meeste activiteiten had volgend waren de partijen D66 en SP. De coalitiepartijen (VVD, CDA, CU/SGP, GroenLinks en PvdA) diende niet veel items in net zoals DENK en 50PLUS. PVV en FVD diende de meeste negatieve items in. Bij het stemgedrag valt het op dat PvdD het beste stemgedrag heeft samen met de partijen D66 en SP. De partijen DENK en 50PLUS hebben ook een positief tot neutraal stemgedrag. Coalitiepartijen doen het hier ook beduidend slechter, net zoals bij de activiteiten. FVD en PVV laten negatief stemgedrag zien bij de meeste categorieën.
In de uiteindelijke resultaten valt dan ook op dat coalitiepartijen voornamelijk hun beloften in verkiezingsprogramma’s niet nakomen. Voornamelijk de partijen die een ambitieus programma hadden (GroenLinks en PvdA) komen dus slecht in het daglicht te staan, deze twee partijen hebben wel beter gedrag dan de andere coalitiepartijen. DENK en 50PLUS hebben gematigd positief- of neutraal gedrag op de meeste categorieën, dit komt overeen met hun beloften in verkiezingsprogramma’s. D66, SP en PvdD scoren het beste van alle partijen. De PvdD komt op bijna alle categorieën de beloften in zijn geheel na, deze partij scoort in dit onderzoek dus het beste. PVV komt zijn beloften ook na, maar dan negatief voor natuur en milieu. De FVD heeft het slechtste stemgedrag en activiteit van alle partijen, dit kan niet vergeleken worden met hun verkiezingsprogramma.
Deze statenperiode komt veel overeen met de vorige statenperiode. Vorige statenperiode scoorden coalitiepartijen ook beduidend slechter dan oppositiepartijen. Dit wil zeggen dat coalitiepartijen vaker hetzelfde gedrag vertonen. VVD, CDA en CU/SGP hadden vorige statenperiode ook geen ambitieus verkiezingsprogramma en matig gedrag tegenover natuur en milieu. Vorige statenperiode was ook de PVV de negatiefste partij en de PvdD de positiefste partij. 50PLUS was toen ook een partij die beloften nakwam maar deze waren toen ook niet ambitieus. FVD en DENK zaten in de statenperiode 2015-2019 niet in de Provinciale Staten, deze partijen zijn dus niet vergeleken.
Lees het hele onderzoek van J.Nellen hier