Neem gebied en bewoners als uitgangspunt in uitwerking RES’en
Neem gebied en bewoners als uitgangspunt in uitwerking RES’en
Nu de 1.0 versies van de Regionale Energie Strategieën (RES) volgens planning op 1 juli 2021 beschikbaar zijn, is het moment daar om naar het vervolg te kijken. De NMZH maakte (naast de bijdrage aan de landelijke analyse van de Natuur en Milieufederaties) een nadere beschouwing van de huidige plannen van de zeven RES-regio’s in Zuid-Holland en komt met enkele aanbevelingen over het proces en de inhoud. De belangrijkste: zorg voor breed gedragen uitvoeringsplannen en kijk integraal naar de mogelijkheden in het gebied.
1 juli 2021
Gezamenlijk verder
In de RES 1.0 is de participatie nog onvoldoende van de grond gekomen. De vervolgaanpak is alleen succesvol als er breed maatschappelijke draagvlak wordt gecreëerd en participatie integraal onderdeel uitmaakt van de aanpak, en actief wordt georganiseerd. Die gezamenlijkheid is nodig. Niet alleen om weerstand te voorkomen, maar ook om eigenaarschap en samenwerking binnen de RES’en los te trekken. Hierdoor komt de transitie in Zuid-Holland pas echt van de grond. De overheid kan dit niet alleen, maar heeft de medewerking en inzet nodig van betrokkenen, zoals bewoners, bedrijven en maatschappelijke partners. De NMZH wil als NGO hierbij inbreng leveren en zoveel als mogelijk tot gezamenlijke kaders en afspraken komen.
Inhoud
Voor de huidige zeven Zuid-Hollandse RES’en zijn dit onze aanbevelingen voor de voor inhoud van de RES 2.0
- Ambitie opgewekt vermogen
In alle RES 1.0 is de ambitie wat betreft opgewekt vermogen aan de ondergrens wat voor die regio nodig is. De praktijk wijst echter uit dat niet alle ambities kunnen worden gerealiseerd, dus moeten in de uitwerking richting de RES 2.0 ook reservelocaties goed betrokken worden. - Efficiënt energiesysteem in balans
Zuid-Holland is gebaat bij een toekomstig stabiel en efficiënt energiesysteem tegen verantwoorde maatschappelijke kosten. Hiervoor is een optimale aansluiting op het bestaande energienetwerk nodig in combinatie met een optimale verhouding tussen opgesteld vermogen. Uiteindelijk is de verhouding 50%-50% zon en wind hierbij een belangrijke gegeven. In bijna alle Zuid-Hollandse RES 1.0 is zeer sterk ingezet op zonne-energie en wordt zo de optimale verhouding niet gehaald, met mogelijke risico’s in de uitvoering tot gevolg. In de uitwerking richting RES 2.0 moet deze balans beter worden gevonden, ook omdat de transitie niet stopt in 2030 en de daarop volgende 20 jaar het systeem verder wordt ontwikkeld. - Concentreren in plaats van versnipperen van opweklocaties
Het is belangrijk om natuur en landschapswaarden te ontzien of goed in te passen bij de verdere uitwerking. Wij zijn voorstander van het laten aansluiten van zoekgebieden voor zon en windopwekking bij grootschalige infrastructuur en bedrijventerreinen. Meervoudig ruimtegebruik spaart zo ruimte. Concentreren is beter dan te grote versnipperingen van opweklocaties door het landschap. Vanuit deze gedachte zijn wij geen voorstander van de plannen om verspreid door het landschap in lange linten kleinschalige windmolens te realiseren op het boerenerf. Naast een grote impact op het open landschap en voor natuurwaarden zijn ook de maatschappelijke lasten voor de aansluiting op het energienetwerk groot tegenover een relatief lage opwekbijdrage voor de regio. Ook met een geconcentreerde duurzame opwek van windenergie kan dit doel voor de boeren, naast de grotere toegevoegde waarde voor de regio, beter worden bereikt door een directe koppeling te maken. Bij de verdere uitwerking richting de RES 2.0 moet hier goed naar worden gekeken om zoveel als mogelijk uit te gaan van geconcentreerde locaties voor opwekking. - Algemene ontwerpprincipes en gebiedsontwikkeling
Veel in de RES 1.0 opgenomen locaties zijn als afzonderlijke uit te werken locaties opgenomen waarbij de samenhang met natuur(gebieden) en landschap en andere gebiedsfuncties ontbreekt. Ondanks dat veel zal nog moeten worden uitgezocht en ingevuld, is het belangrijk om dit vanuit een gebiedsontwikkeling te benaderen en daarbij algemene ontwerpprincipes te hanteren. - Groene Hart
Het is van belang om voor een gebied als het Groene Hart de RES opgave veel meer integraal te benaderen en ook provinciegrens overstijgend met Utrecht en Noord-Holland samen te werken aan de verdere uitwerking van de RES 2.0 in het Groene Hart. Wij verwijzen hier ook naar het advies van de PARC’s dat eind vorig jaar hierover is uitgebracht.
Naar de landelijke analyse van de Natuur en Milieufederaties over de RES’en
Voor meer informatie neem je contact op met:
Alex Ouwehand
Directeur