Faunabeheer Zuid-Holland baart nog steeds zorgen
Faunabeheer Zuid-Holland baart nog steeds zorgen
Deze week keurt Gedeputeerde Staten het Faunabeheerplan Ganzen 2022-2027 goed. De laatste jaren volgen wij het faunabeheer met veel aandacht. Juist omdat de Faunabeheereenheid veel steken laat vallen en de provincie te ruimhartig ruim baan geeft aan de afschot van veel diersoorten in de provincie Zuid-Holland.
14 december 2021
Ook deze keer is jammer genoeg weer niet anders. In het Faunabeheerplan Ganzen is het wetenschappelijk advies niet inzichtelijk gemaakt, er wordt alleen beschreven dat dit advies aan Sovon gevraagd en verwerkt is. Een verdere onderbouwing ontbreekt. Ook een evaluatie ontbreekt. Het beleid tot nu toe is maar zeer beperkt effectief geweest: enorme aantallen grauwe ganzen en Canadese ganzen worden gedood en toch groeien de populaties. Dit zou de vraag op moeten roepen of het wel zinvol is om in te zetten op het doden via deze manier van afschot.
In het plan dient duidelijk onderbouwd te worden dat er een relatie is tussen afschot en het te bereiken doel (minder schade door kleinere populaties), die relatie lijkt in dit Faunabeheerplan discutabel te zijn. Ook het uitbreiden van afschot van grauwe ganzen in het kader van populatiebeheer naar de winterperiode lijkt zeer onwenselijk. Enerzijds omdat dit niet alleen ingrijpt op de Zuid-Hollandse populatie, maar ook op grauwe ganzen die elders broeden en hier overwinteren (wat dus ook gevolgen op ecosystemen elders heeft die nu niet te overzien zijn). Anderzijds omdat dit ook tot veel verstoring van de andere ganzensoorten zal leiden.
In het Faunabeheerplan wordt aangegeven dat “Vooral afschot voor en tijdens de broedperiode effectief is. Omdat het koppelvormende ganzen of broedende ganzen betreft, kan worden uitgesloten dat overwinterende grauwe ganzen worden geschoten”. Het is onzin dat ‘koppelvormende’ grauwe ganzen onderscheiden kunnen worden van overwinterende grauwe ganzen voor de broedperiode. Ganzen blijven elkaar trouw en zijn dus ook buiten de broedperiode een koppel. Bovendien is er niet te handhaven op het alleen mogen afschieten van ‘koppelvormende’ grauwe ganzen. Ook wordt aangegeven dat “Het afschot in natuurgebieden in de zomermaanden na de broedperiode kan worden uitgebreid”. Als het om N2000 gebieden gaat, zal het natuurbeheerplan dit wel moeten toestaan of anders zal nog een vergunning nodig zijn als dit realisatie van instandhoudingsdoelstellingen zou kunnen bemoeilijken (door verstoring). Met welke achtergrond wordt door de Faunabeheereenheid nu een faunabeheerplan gemaakt vragen wij ons hardop af.
Eveneens wordt voorgesteld dat lokmiddelen gebruikt kunnen worden bij de inzet van verjagend afschot. Dit is echter contra-effectief: als je ganzen wilt verjagen van bepaalde percelen, moet je ze niet ook gaan lokken. Verjagend afschot is sowieso een dubieus middel: verjagen kan ook door bijvoorbeeld met losse flodders in de lucht te schieten, daar hoeven geen vogels voor gedood te worden.
In opdracht van provincie Friesland is een aantal jaar geleden onderzoek uitgevoerd waaruit bleek dat schade die in de winter aan gras getaxeerd wordt in werkelijkheid geen productieverlies betreft. Het gras haalt de ‘schade’ namelijk in het voorjaar in met een groeispurt en in de wintermaanden wordt geen gras geoogst of gegraasd. In dit Faunabeheerplan wordt daar in zijn geheel geen melding van gemaakt en er is dus alle reden om te veronderstellen dat de vermelde schadecijfers een forse overschatting zijn van de werkelijke verminderde productie. Dit is een tekortkoming waardoor nu geen goed beeld wordt gegeven van de daadwerkelijke schade en de relatie tussen het voorgestelde beheer en de omvang van de schade.
Ook een goede onderbouwing van waarom er al voor zonsopkomst en na zonsondergang moet worden geschoten ontbreekt (terwijl dit wel gemotiveerd zou moeten worden in het Faunabeheerplan).
Tot zover even een korte bloemlezing van onze kritiek op het Faunabeheerplan en het werk van de Faunabeheereenheid Zuid-Holland. Het vreemde is altijd dat dit soort Faunabeheerplannen toch ongeschonden door de besluitvorming komt binnen de provincie Zuid-Holland en ook zonder verder commentaar door de Omgevingsdienst Haaglanden gebruikt wordt voor het afgeven van ontheffingen. Wij zien ons gedwongen om dan maar weer een zienswijze of beroepsprocedure te starten en geven zo de natuur in Zuid-Holland een stem en een gezicht. Wij krijgen dan bijna altijd gelijk van de rechtbank, maar hiervan wordt niet geleerd. Blijkt nu ook weer.
Wie heeft ideeën hoe wij dit proces kunnen doorbreken, zodat wij betere Faunabeheerplannen krijgen in de provincie Zuid-Holland? Laat het ons weten via: info@milieufederatie.nl
Tot die tijd blijven wij het kritisch volgen en waar nodig procedures aanspannen. Dit is frustrerend en geld verspillend; geld dat wij beter voor andere belangrijke doelen hadden willen bestemmen.
Tags:
Voor meer informatie neem je contact op met:
Nienke Schuil
Regisseur ruimtelijke ontwikkeling, landschap en natuur