Burgerparticipatie vergroten in windenergiebeleid Zuid-Holland
17 december 2015
Burgerparticipatie vergroten in windenergiebeleid Zuid-Holland
Actieve participatie van burgers en ondernemers moet een grotere rol krijgen bij de ontwikkeling van locaties voor windmolens in hun omgeving. Hiermee kan invulling worden gegeven aan de ‘Gedragscode draagvlak en participatie Wind op Land’. De provincie Zuid-Holland zou deze rol en het maken van een participatieplan moeten opnemen in haar beleid voor windenergielocaties. Dat stelt de NMZH in haar zienswijze op het MER-startdocument van de partiële herziening van de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) voor windenergie in Zuid-Holland. Lokale energiecoöperaties zijn daarbij een belangrijke vorm om deze participatie vorm te geven.
De provincie Zuid-Holland heeft landelijk afgesproken dat in 2020 735,5 MW vermogen aan windenergie op land staat opgesteld. Deze afspraak is ook vastgelegd in het Energieakkoord (sept 2013), met een landelijk doel van 6000 MW wind op land. De provincie heeft de locaties voor haar windenergiebeleid vastgelegd in de VRM. Een groot deel van het doel voor 2020 wordt gerealiseerd in de Rotterdamse haven (300 MW) en op Goeree-Overflakkee (225 MW). In de stadsregio Rotterdam is 2012 in een convenant afgesproken in 2020 150 MW te hebben staan. Dat is ook vastgelegd in de lopende VRM. Door technische onmogelijkheden en het ontbreken van voldoende draagvlak lukt het niet voldoende vermogen te realiseren. De herziening van de VRM moet voorzien in nieuwe locaties, die worden onderzocht in een milieu-effect-onderzoek.
De NMZH onderschrijft de provinciale winddoelstelling en heeft ook in 2012 het convenant voor de Rotterdamse regio ondertekend. Het MER-onderzoek naar nieuwe locaties richt zich op aspecten voor milieu, natuur en leefomgeving. De NMZH heeft in haar zienswijze daarbij aangegeven dat de samenhang en interactie tussen nabijgelegen locaties goed moet worden meegenomen.
Echter, voor het verkrijgen van voldoende draagvlak is een actieve lokale participatie nodig. Om daarmee een positieve inzet te creëren om mee te denken en mee te werken aan windenergie in de eigen omgeving. Lokale energiecoöperaties van burgers en bedrijven kunnen daarbij een belangrijke rol spelen.
Actieve participatie van burgers en ondernemers moet daarom als maatschappelijke voorwaarde worden opgenomen in het provinciale beleid, naast afwegingen van milieu, natuur en leefomgeving.