In de benchmark worden zeehavens in Nederland, België, Frankrijk, Spanje, Duitsland, Engeland, de Verenigde Staten en Canada beoordeeld op basis van duurzaamheidscriteria. Om de ontwikkeling van de zeehavens inzichtelijk te maken, is op basis van openbare bronnen gekeken naar klimaat, hernieuwbare energie, luchtkwaliteit, waterkwaliteit, scheepsafval, omgevingsmanagement en duurzame strategie (visie). De inherente verschillen tussen de havens (zoals omvang, industrialisatie en ligging) maken een onderlinge absolute vergelijking niet mogelijk, maar de indicatoren geven wel een goed beeld van de individuele ontwikkeling van de verschillende zeehavens, met door andere zeehavens over te nemen succesvolle projecten.
De resultaten van de benchmark laten zien dat met uitzondering van de COVID periode en in de periode van de hoge energieprijzen geen reductie van de broeikasgasemissies zichtbaar is. De verbetering van de luchtkwaliteit in havens en het gebruik van hernieuwbare energie is wel toegenomen, maar industrie en transport is nog steeds te sterk afhankelijk van fossiele brandstoffen en de toegenomen economische groei dempt het positieve effect. Vooral in zeehavens met grote industrieën zijn er initiatieven voor alternatieve of duurzame energieopwekking, al dan niet met CCS-koppeling, maar de emissie van broeikasgassen blijft door de economische groei onverminderd hoog. De waterkwaliteit is over de hele linie nog steeds onvoldoende. Wel is te zien dat regelgeving en investeringen een positief effect kunnen hebben op bijvoorbeeld Onshore Power Supply (walstroom) en Modal Split (de wijze van transport van en naar het achterland).
De Benchmark Duurzame Zeehavens kan door alle betrokken partijen gebruikt worden om inzicht te krijgen in de duurzaamheidsaanpak van de betrokken zeehavens en de voortgang hiervan, waarbij geleerd kan worden van elkaars ervaringen.
Lees de Benchmark Duurzame zeehavens hier
Foto: © Kees Torn