Ban op ‘zon op landbouwgrond’ gaat voorbij aan kansen
1 november 2023
Ban op ‘zon op landbouwgrond’ gaat voorbij aan lokale omstandigheden en natuurinclusieve kansen
Op donderdag 26 oktober publiceerden ministers De Jonge en Jetten hoe de voorkeursvolgorde voor zonne-energie – toegezegd in de Zonnebrief van afgelopen zomer – verder ingevuld zal worden. Uit de brief wordt duidelijk dat het gebruik van landbouw- en natuurgronden voor zonnepanelen in principe niet meer wordt toegestaan.
De Natuur en Milieufederaties kunnen zich vinden in het uitsluiten van natuurgebieden: in de regel zijn al aanwezige natuurwaarden niet te verenigen met de komst van een zonnepark. Maar we zijn kritisch op de verregaande beperkingen voor zon op landbouwgrond in dit stadium van de energietransitie.
Natuurlijk is bewust ruimtegebruik in het buitengebied van groot belang, gezien alle gebiedsopgaven en ruimteclaims die daar al spelen. Ruimtelijk sturen zónder tempo te verliezen kan bijvoorbeeld met behulp van onze handreiking de Constructieve Zonneladder.
Kwaliteit toevoegen
Een algemene ban op het gebruik van landbouwgronden doet echter geen recht aan de grote verscheidenheid in deze categorie. Er zijn lokaal diverse situaties denkbaar waar een zonnepark wél de beste (vaak tijdelijke) invulling is van een stuk agrarische grond. En juist in agrarische gebieden zien we nog veel kansen om met goed ingepaste zonneparken nieuwe ruimtelijke en ecologische kwaliteit toe te voegen aan het landschap.
De nee-tenzij constructie voor zon op landbouwgrond die nu wordt geïntroduceerd betekent:
- Gemiste kansen voor versterking van natuur en landschap in het buitengebied door natuurinclusieve zonneparken.
- Gemiste kansen voor boeren om een alternatief verdienmodel of inkomstenbron aan te boren (bijvoorbeeld in veenweidegebied na verhoging van het waterpeil).
- Extra druk op onze klimaatdoelen, die al onder druk staan, en die eigenlijk nog niet nog niet ver genoeg gaan in het licht van de mondiale klimaatcrisis Zie ook deze verkenning uit 2022 in opdracht van Uitvoeringsoverleg Elektriciteit. .
Betere zonneparken
In plaats van het verder bemoeilijken van hernieuwbaar op land, zouden we juist moeten investeren in bétere zonneparken: projecten waarin ruimtelijke kwaliteit en maatschappelijk rendement centraal staan. In het hele land zien wij dat initiatiefnemers, omwonenden en lokale stakeholders enthousiast worden als ze zien dat aan zonneparken ook andere kwaliteiten kunnen worden toegevoegd, zaken waar men lokaal ook wat aan heeft. Onze Energieboswachters staan bijvoorbeeld te trappelen om nieuwe zonneparken biodiverser en mooier te maken.
Natuurlijk is een goede uitwerking van mogelijke dubbelfuncties best uitdagend. Maar we hoeven daar echt niet from scratch te beginnen! In onze recente Position Paper samen met de WUR hebben we al een eerste voorzet gedaan, voor basiskwaliteiten in ieder project en voor drie smaken multifunctioneel: natuurinclusief, landschapsinclusief of gemengde productie (waar agri-PV ook onder valt). En er zijn zelfs combinaties van deze smaken denkbaar, zoals in onze recent gerealiseerde Energietuinen. Het type integraal ontwerp kunnen we afstemmen op de specifieke vraagstukken en behoeften die in een gebied spelen.
Door en voor de omgeving
Daarnaast zien we ook kansen voor zonneparken die van onderop, in coöperatief verband, worden gerealiseerd in goede samenspraak met de lokale gemeenschap. En op clusterlocaties waar wind- en zonneparken in de vorm van energiehubs lokale aanbod en vraag samenbrengen.
Wij roepen het Rijk en de decentrale overheden daarom op om bij de concrete uitwerking van dit voorgenomen beleid ruimte te laten voor de hierboven genoemde oplossingen.
meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met:
Madeleine Braakman
Regisseur Klimaat en Energie