Defensie overvraagt

31 juli 2024

Wat ons betreft vraagt meer ruimte voor Defensie ook om een doordacht beleid. Niet alles kan overal. Een bewuste keuze om harde natuurwaarden te ontzien is daarbij essentieel. In totaal waren er zo’n 2.200 zienswijzen ingediend, 27 uit Zuid-Holland.

Als NMZH waren wij natuurlijk zeer nieuwsgierig geworden naar de beantwoording. Het was even slikken toen wij de Nota van Beantwoording hadden gelezen.

“Voor de amfibische oefenlocatie op de Maasvlakte II zijn alternatieve locaties in beeld gekomen. De Maasvlakte is aangelegd om de (concurrentie)positie van de Mainport Rotterdam in het belang van de Nederlandse economie te versterken. Een permanent oefengebied op Maasvlakte II is in strijd met die doelstelling en de kosten die gepaard zijn gegaan met de aanleg. Daarom is in de directe omgeving van de Maasvlakte gekeken of er locatie-alternatieven voorhanden zijn die in het plan MER onderzocht kunnen worden. Dit heeft geleid tot twee te onderzoeken alternatieven die niet binnen het havengebied vallen maar wel voldoen aan de behoefte van Defensie om in deze regio een oefenterrein te creëren. Hierbij dient opgemerkt te worden dat deze gebieden onderdeel zijn van het Natura 2000-netwerk en significant negatieve milieueffecten daardoor op voorhand te verwachten zijn”’. Tot zover Defensie.

Zonder dat deze twee nieuwe Zuid-Hollandse locaties, te weten de locatie Ouddorp op Goeree-Overflakkee en Oostvoorne in de gemeente Voorne aan Zee, in de inspraak waren betrokken worden ze nu als te onderzoeken locaties meegenomen in de plan MER. Dat maakt de toch al kwetsbare Natura 2000-gebieden de Kwade Hoek, Voornes Duin, een aanzienlijk deel van de Voordelta en de monding van het Haringvliet in één keer vogelvrij. Dit ondanks de internationale afspraken en verplichtingen voor gebieden in de Voordelta met een zeer hoge natuurwaarde voor zowel flora als fauna. Ook zijn er in de Voordelta officieel aangewezen rustgebieden voor zeevogels en zeehonden en zijn er vanuit de Europese Vogel en Habitatrichtlijn de habitattype 1110a. en b. vastgesteld. Ook is het gebied vanuit Europees oogpunt nog steeds aangewezen gebied dat bestemd is voor de nog te realiseren natuurcompensatie voor de aanleg van dezelfde Maasvlakte II.

Hoe kunnen wij nu verder? Deze gebieden zijn niet in de inspraak betrokken. Er kan geen zienswijze of beroep ingediend worden. Pas wanneer alle onderzoeken voor de MER zijn uitgevoerd ontstaat een situatie waarin wij weer tot een officiële reactie kunnen komen. Tot die tijd zullen wij langs de bestuurlijke en informele lijn aandacht blijven vragen voor deze ongewenste situatie.

Natuurlijk heeft Nederland belang bij voldoende oefenruimte voor Defensie. Wij werken graag mee om hiervoor ook ruimte te vinden in Zuid-Holland. Maar dit kwetsbare Natura 2000-gebied kan hiervoor nooit bedoeld zijn. De verslechtering van deze gebieden heeft ook direct een dramatisch effect op de ‘Licence to Operate’ van de Rotterdamse haven. Dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn van Defensie.