Niko van Brussel: soms gingen we tot het randje

Niko van Brussel: soms gingen we tot het randje

Toen Niko van Brussel in 1984 directeur werd van NMZH werkte er slechts één man. En oké: een hond. Dat was wennen, maar onder het credo Jongens, we gaan er voor! zette hij er de schouders onder en breidde ‘de club’ flink uit. “Toen ik in 1998 wegging, zat er negentien man.”

Niko (73) is sinds kort opa van een kleindochter. Binnenkort volgt een kleinzoon, vertelt hij vanuit zijn woning in Oude Wetering. Een landelijk gelegen dorp en toch zit je overal dichtbij. Beter kan niet, aldus de oud-directeur. “Ik ga hier dus nooit meer weg.”

Hoe kwam u destijds terecht bij NMZH?
“Ik werd aangenomen door Robbert van Duin. De organisatie heette toen nog CMZH en zat in Rotterdam. Ik was milieubioloog en kwam uit de natuur en landbouwbeweging. Rotterdam, Rijnmond, het Havenbedrijf: dat was écht een ander verhaal. Daar moest ik erg aan wennen. Net als aan de organisatie zelf. Het was – zoals Robbert ook al vertelde tijdens zijn interview voor deze site – een club van één man plus hond. Aan mij de taak om die club uit te bouwen.”

Hoe pakte u dat aan?
“We kregen subsidie van de provincie Zuid-Holland. Daar zaten gedeputeerden Hans van der Vlist en Peter van Heemst. Hans was gedeputeerde Milieu en vond dat er echt wat moest gebeuren. Voor hem was het handig dat er een maatschappelijke organisatie was waar hij mee kon schakelen. En voor ons was het tijdens de opbouw natuurlijk geweldig belangrijk dat we bestuurlijke steun hadden.”

Hoe kijkt u terug op die tijd?
“Ik moest een organisatie in leven zien te houden die zich niet altijd even geliefd maakte. We hadden regelmatig ruzie met andere partijen. Mensen vroegen zich soms af of je een club die tegen de overheid ingaat, wel zou moeten willen financieren.
Het was ook niet altijd eenvoudig dat de club steeds groter werd. Ik stond voor de continuïteit van de organisatie en moest ervoor zorgen dat de subsidie niet wegviel, zodat we de mensen konden behouden.”

“Maar het was vooral een mooie tijd. De medewerkers waren erg actief en wisten van dingen echt een succes te maken. In de jaren 90 waren we allemaal idealisten die honderd procent gingen voor onze idealen en daardoor veel bereikten. Dat was ook hard nodig; als je gedrag of beleid wilt veranderen, dan moet je wat doen. Geleidelijk aan leer je hoe dat werkt en hoe je politieke besluitvorming kunt beïnvloeden. Soms waren er ook juridische procedures nodig, vooral om publiciteit te genereren. Soms gingen we tot het randje, maar het is altijd goed afgelopen.”

Waar bent u trots op?
Op de ontwikkelingen rond de Tweede Maasvlakte waar we echt een belangrijke rol hebben gespeeld in de compensatie van natuur. Maar ook op de strijd tegen de bestrijdingsmiddelen waar Hans Muilerman ontzettend veel heeft bereikt. Ik vergeet nooit dat hij een paling liet vangen in de Haringvliet en analyseren wat daar allemaal inzat. En dat kwam dan vervolgens dik in de krant hè. Daardoor is de discussie over water aangewakkerd.

Ik ben ook trots op Wilma Berends, die de strijd is aangegaan met Shell en zelfs een aandeel nam om actief te kunnen zijn op aandeelhoudersvergadering. En dat ik de organisatie heb kunnen opbouwen, dat NMZH zo groot is geworden.”

Wat is er in vijftig jaar natuur en milieu veranderd?
“Natuur en milieu is sterk veranderd. Ik ben erg bezig geweest met de samenwerking zoeken met andere milieuorganisaties. Dat werkte ook door, daardoor kon je projecten gaan doen. Maar die tijd is wel voorbij. Mensen gaan uiteindelijk toch voor de eigen organisatie. We dansen allemaal om dezelfde pot met geld.”

“Ook is er heel veel wet- en regelgeving gekomen. En milieuambtenaren bij gemeenten. Dat werd gestimuleerd door ministerie van VROM, zij gaven gemeenten hier subsidie voor. De cultuurverandering in onder meer gemeenten en waterschappen is in de jaren 80 en 90 flink doorgezet. Het heeft er toe geleid dat het per saldo beter is geworden, al is het nog lang niet genoeg en moet er nog veel gebeuren. En de echt grote problemen, het klimaat, hebben we nog niet te pakken.”

Zijn we wel op de goede weg?
“Het gaat niet snel genoeg. Volgens Hans Muilerman zijn er drie manieren om de problemen op te lossen: versoberen, eenvoudiger gaan leven, minder mensen en technologie. Op dat laatste zetten we vol op in, maar je ziet vaak dat het niet echt werkt. Of averechts. Door bijvoorbeeld LED licht is er alleen maar meer licht gekomen. Mijn visie? Versoberen: dat wil bijna niemand. Minder mensen: dat doen of deden ze in China, maar die aanpak is taboe. Wat overblijft is technologie…”

Wat inspireerde u?
“Mensen, collega’s, als club samenwerken, er met elkaar de schouders onder zetten. Niet bang zijn, je idealen proberen waar te maken. Daar ben ik altijd vol voor gegaan. En ik heb er heel veel voor teruggekregen!”

Heeft u een duurzame tip?
“Rijd nooit in je eentje in de auto. Als ik me verplaats, dan doe ik dat te voet of op de fiets. Voor grote afstanden reis ik met openbaar vervoer. Maar ik rijd nooit alleen in de auto. Voor mij is dat heel simpel – het zit er zo in, maar voor veel mensen is dat misschien moeilijk uitvoerbaar.”

Tags: