Is chemische bestrijding van de buxusmot de boosdoener?

30 april 2019

Help het onderzoek naar mezensterfte

De buxusmotrupsen komen er weer aan!
De buxusmot vormt de laatste jaren een steeds groter probleem voor de buxusplanten in de tuin. Sommige buxusbezitters gebruiken chemische bestrijdingsmiddelen tegen de buxusmot. Regelmatig ook middelen die wettelijk niet zijn toegelaten. De rupsen van de buxusmot worden echter graag gegeten door verschillende vogels, waaronder de kool- en pimpelmees. Er zijn aanwijzingen dat het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen tegen de buxusmot kan leiden tot een verhoogde sterfte van jonge mezen in de nestkast. In 2018 heeft het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) enkele dode jonge mezen onderzocht op plaatsen in de stad waar ook de buxusmot werd bestreden. Vergeleken met mezen uit een bosgebied bevatten de ‘stadsmezen’ aanzienlijk meer bestrijdingsmiddelen.
Lees alle info in het CLM-rapport Mezensterfte door buxusmotbestrijding? (pdf).

Doe mee aan het onderzoek naar mezensterfte

Dit jaar gaat het CLM de sterfte onder mezen op een grotere schaal onderzoeken, met steun van Vogelbescherming. Het is namelijk nodig om meer dode jonge mezen te onderzoeken. Dan kan duidelijk worden of het gebruik van gif tegen de buxusmot kan leiden tot een verhoogde sterfte van jonge mezen in de nestkast.

Help mee!

Wij adviseren om GEEN gif te gebruiken in de de bestrijding tegen onkruiden of ongewenste beestjes in de tuin.

Als jij in je tuin plots veel dode (jonge) mezen vindt én jij of de buren hebben gif gebruikt om buxusmotten te bestrijden, geef het dan door aan het CLM. Doe de dode jonge mezen in een plastic zakje en maak dat dicht. Doe er voor de veiligheid nog een plastic zakje omheen en plak er een sticker op met de datum waarop je de dode mezen hebt gevonden, de soortnaam van de mees (kool- of pimpelmees) en je naam en adres. Bewaar het monster in de vriezer. Meld vervolgens je mees bij Adriaan Guldemond van het CLM: guldemond@clm.nl. Het monster wordt in overleg met jou opgehaald.

Alle info lees je op de CLM-site

Meer informatie? Neem contact op met