Bestemmingsplan Rotterdam The Hague Airport komt te vroeg

20 januari 2016

Bestemmingsplan Rotterdam The Hague Airport komt te vroeg

Het nemen van besluiten over het aantal winkels, kantoren en hotels op Rotterdam The Hague Airport is voorbarig, zolang nog niet besloten is of het aantal vluchten van de  luchthaven mag worden uitgebreid. Bovendien is er nu al een overschot aan kantoren en bedrijventerreinen, waardoor leegstand dreigt, zo laat de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH) vandaag weten in haar zienswijze op het bestemmingsplan van de luchthaven.

Later dit jaar pas besluit over maximum aantal vluchten

In het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de toekomstvisie van de luchthaven die zich richt op een uitbreiding. Of deze uitbreiding daadwerkelijk gerealiseerd wordt is echter nog maar de vraag. Het besluit over het maximum aantal vluchten wordt namelijk pas later dit jaar genomen door de Staatssecretaris door middel van een Luchthavenbesluit. De NMZH vindt dat de gemeente Rotterdam het Luchthavenbesluit eerst moet afwachten en dan pas moet besluiten over uitbreiding van het aantal winkels, kantoren en hotels op de luchthaven.

Risico’s voor toenemende leegstand

Het bestemmingsplan maakt het mogelijk om nieuwe kantoren, winkels en bedrijfsruimte te ontwikkelen op het terrein van de luchthaven. Of er ook daadwerkelijk vraag is naar meer kantoren, winkels en bedrijfsruimte is onvoldoende onderzocht. Volgens de Natuur en Milieufederatie is er nu al een overschot is aan kantoren en bedrijventerreinen, waardoor meer leegstand op andere locaties in de regio dreigt. Dit terwijl het beleid van zowel de provincie als de gemeente zich juist richt op het terugdringen van leegstand.

Proefdraaien vliegtuigmotoren negatief voor leefomgeving

De gemeente Rotterdam wil op en bij RTHA een gebied aanwijzen als industriezone waar vliegtuigen de motoren kunnen laten proefdraaien. Dit heeft forse geluidsoverlast voor de omgeving tot gevolg. Volgens de NMZH is er onvoldoende gekeken naar de negatieve effecten hiervan op bijvoorbeeld het nabij gelegen weidevogelgebied in de polder Schieveen en stiltegebied de Ackerdijkse Plassen. Ook moet inzichtelijk worden gemaakt wat de gevolgen van het proefdraaien zijn voor de uitstoot van ultrafijnstof.

Samenwerking

De Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland heeft haar zienswijze mede namens Natuurmonumenten en het Rotterdamse Milieucentrum ingediend.