We staan bovenaan in geluk, maar onderaan in biodiversiteit
29 oktober 2025
We staan bovenaan in geluk, maar onderaan in biodiversiteit
Het gaat, gemeten aan klassieke én Europese maatstaven, goed met Nederland. De economie groeide in 2024 met één procent, en voor 2025 verwacht de Europese Commissie opnieuw een bescheiden plus van ruim één procent. De werkloosheid ligt met 3,7 procent op een historisch laag niveau. In het World Happiness Report 2025 bezet Nederland de vijfde plaats van gelukkigste landen ter wereld. Ook in het European Innovation Scoreboard behoort ons land tot de top vier van meest innovatieve economieën, achter Denemarken, Zweden en Finland. Volgens Eurostat ligt het Nederlandse bruto binnenlands product per inwoner ruim een kwart boven het gemiddelde van de Europese Unie. Ook op andere fronten oogt Nederland succesvol. In de OECD Better Life Index scoort ons land bovengemiddeld op inkomen, veiligheid, onderwijs en gezondheid. Uit de EU Quality of Life Survey blijkt dat Nederlanders, ondanks zorgen over wonen en koopkracht, tot de meest tevreden Europeanen behoren. Alles bij elkaar lijkt Nederland een toonbeeld van een welvarend en gelukkig land.
Toch vertelt dit verhaal maar één kant van de werkelijkheid. De cijfers meten vooral groei en materieel welzijn, maar nauwelijks de kwaliteit van onze leefomgeving of de gezondheid van natuur en ecosystemen. Ze laten buiten beschouwing wat we verliezen terwijl we economisch vooruitgaan. Wat zegt een sterke economie, als die ten koste gaat van waterkwaliteit, biodiversiteit en gezondheid? Juist in een dichtbevolkt en welvarend land als het onze zouden we scherper moeten kijken naar de grenzen waarbinnen echte welvaart kan bestaan. Wie het landschap in Zuid-Holland met die bril bekijkt, ziet de spanning tussen vooruitgang en verlies. Aan de kust spoelen microplastics en nanoplastics aan die niet of nauwelijks afbreekbaar zijn. Ze komen terecht in vogels, vissen en mosselen en vinden zo hun weg in de voedselketen. In het Westland en Midden-Delfland worden nog altijd resten van bestrijdingsmiddelen aangetroffen in sloten en vaarten, afkomstig uit de glastuinbouw. In rivieren die dienen als bron voor drinkwater, zoals de Oude Maas, worden PFAS en andere persistente stoffen gemeten die nauwelijks uit het water te verwijderen zijn. En in het agrarische landschap blijft de biodiversiteit afnemen. De Europese Commissie bevestigt dat Nederland tot de lidstaten behoort met de sterkste terugloop van soorten op land en in water. De Rode Lijst wordt elk jaar langer en de mate van bedreiging neemt toe.
Deze ontwikkelingen staan in scherp contrast met het zelfbeeld van Nederland als duurzaam en vooruitstrevend land. Ook Europese vergelijkingen laten dat zien. In de Environmental Performance Index staat Nederland op de negende plaats wereldwijd, maar die hoge notering verhult de grote problemen met stikstof, waterkwaliteit en bodemvervuiling. Volgens Eurostat is het aandeel hernieuwbare energie in Nederland in 2024 gestegen naar 17,4 procent, maar dat blijft aanzienlijk onder het Europese gemiddelde van 23 procent. De Climate Change Performance Index plaatst Nederland op plek dertien van 63 landen: een verbetering dankzij de groei van wind op zee, maar nog altijd een middelmatige prestatie. De Europese milieu-implementatiereview is kritisch over het trage herstel van natuur en water, terwijl de OESO en Eurofound waarschuwen dat zorgen over milieu en leefbaarheid onder burgers toenemen.
Ondertussen stokt de uitvoering van klimaat- en natuurbeleid. In de afgelopen kabinetsperiode zijn doelen versoepeld of uitgesteld. Minister Hermans heeft maatregelen voor industrie, mobiliteit en gebouwde omgeving naar achteren geschoven en onderdelen van het Klimaatfonds vertraagd. De landbouwtransitie onder minister Wiersma verloopt niet beter: het beleid is voorzichtig en vrijwillig, zonder stevige kaders of financiële zekerheid voor boeren die willen omschakelen. De noodzakelijke stikstofreductie en verbetering van waterkwaliteit blijven uit.
Daar komt bij dat Nederland jaarlijks miljarden aan fiscale voordelen en vrijstellingen verleent aan fossiele sectoren. Volgens recente ramingen van het Internationaal Monetair Fonds en Milieudefensie bedraagt de steun aan fossiele activiteiten meer dan veertig miljard euro per jaar. Vrijstellingen voor kerosine, zware stookolie en energie-intensieve industrieën blijven bestaan, en in sommige gevallen zijn regelingen zelfs uitgebreid. Daarmee remt het beleid de omslag naar schone energie, in plaats van die te versnellen.
Er zijn onmiskenbaar ook positieve signalen. De uitrol van wind op zee, de groeiende aandacht voor circulariteit en de samenwerking in regio’s als Zuid-Holland bieden perspectief. Maar zolang ambities niet worden omgezet in harde keuzes, blijft Nederland in de Europese middenmoot hangen. De kennis, technologie en middelen zijn aanwezig, maar het ontbreekt aan politieke durf en consistentie. Het contrast is duidelijk: Nederland staat bovenaan in geluk, maar onderaan in biodiversiteit. We meten ons succes in cijfers die onze toekomst niet beschermen. Echte welvaart vraagt om een bredere blik — één die niet alleen telt wat we verdienen, maar ook wat we verliezen.
De komende verkiezingen voor de Tweede Kamer bieden de kans om die blik te verbreden. De afgelopen jaren hebben laten zien dat politieke keuzes er werkelijk toe doen: of doelen worden gehaald of verschoven, of bedrijven worden aangesproken of ontzien, of natuur wordt hersteld of verder uitgeput. Als kiezers kunnen we dat patroon doorbreken. We kunnen stemmen op partijen die niet alleen praten over groei, maar ook durven investeren in herstel — in schoon water, gezonde bodem, eerlijke landbouw en een economie die binnen ecologische grenzen blijft. De toekomst van onze leefomgeving hangt niet alleen af van technologie of beleid, maar van politieke wil. Verkiezingen zijn het moment waarop we die wil kunnen sturen. Wie stemt met het oog op natuur, klimaat en gezondheid, stemt niet tegen vooruitgang, maar vóór echte welvaart — welvaart die niet ten koste gaat van de wereld waarin we leven. Uiteindelijk hebben wij voor de komende vier jaar een kabinet nodig die veel meer oog heeft voor de opgaven voor het klimaat en de biodiversiteit. Samen kunnen wij hiervoor de basis leggen aanstaande woensdag
Dit blog is geschreven door:
Alex Ouwehand
Directeur