Periodes van droogte en wateroverlast zijn geen verrassing meer

Periodes van droogte en wateroverlast zijn geen verrassing meer

In 2024 kende Nederland een bijzonder nat voorjaar, met recordhoeveelheden neerslag in april en mei. Maar een jaar later ziet het beeld er totaal anders uit: maart 2025 is met slechts 6 millimeter neerslag de droogste maand sinds het begin van de metingen. Terwijl het gemiddelde normaal rond de 53 millimeter ligt. Het gevolg hiervan is lage grondwaterstanden, verhoogd risico op natuurbranden en verzwakte dijken en oevers. En dat alles maanden eerder dan normaal. Het watersysteem staat onder toenemende druk. De vraag naar water voor landbouw, natuur, industrie en huishoudens blijft stijgen, terwijl de natuurlijke aanvulling steeds vaker uitblijft. Water dat in natte periodes snel wordt afgevoerd, ontbreekt in droge tijden. Dit leidt tot een structureel onbalans dat met tijdelijke maatregelen niet langer op te vangen is. Hoewel overheden en waterschappen blijven waarschuwen, en er zeker wordt geïnvesteerd in robuuster waterbeheer, verloopt de omslag veel te traag. Vervolgprojecten op programma’s als Ruimte voor de Rivier of Klimaatbuffers blijven uit of krijgen te weinig prioriteit. Traditioneel peilbeheer – vooral afgestemd op landbouwbelangen – blijft dominant, terwijl de omstandigheden om een andere aanpak vragen.

17 april 2025

Daarbij komt dat onze grote rivieren zelf veranderen. De Rijn verliest zijn stabiele watertoevoer doordat gletsjers verdwijnen, en wordt daarmee afhankelijker van regenval – die steeds grilliger wordt. De Maas, als regenwaterrivier, is nóg gevoeliger voor pieken en dalen. Rijkswaterstaat verwacht dat de zomerafvoer van de Rijn met wel 40% kan afnemen. Dat betekent dat perioden van droogte én van wateroverlast steeds vaker voorkomen, en niet langer alleen seizoensgebonden zijn.

Ook het grondwater staat onder druk. In Zuid-Holland wordt jaarlijks ongeveer 140 miljoen kubieke meter grondwater onttrokken – vooral voor drinkwaterproductie. Daarbovenop komen steeds meer ongeregistreerde onttrekkingen, van zowel grond- als oppervlaktewater. Dit vergroot de druk op een systeem dat al uit evenwicht is. De natuur leidt al decennia aan een tekort aan water. En legt het steeds vaak af tegen economische belangen, en grote droogte periode van nu veroorzaken een nog structurelere bedreiging voor flora en fauna. Een aanvullende zorg is dat regels en handhaving tekortschieten. Vergunningen zijn niet altijd nodig, meldingen worden onvoldoende gecontroleerd en illegale onttrekkingen worden vaak alsnog gelegaliseerd na constatering. Bovendien wordt het onderscheid tussen grond- en oppervlaktewater kunstmatig in stand gehouden, terwijl we met één samenhangend watersysteem te maken hebben. Om in droge perioden watertekorten aan te vullen, wordt steeds vaker rivierwater in polders ingelaten. Maar dat water is vervuild met chemische stoffen als PFAS. Hierdoor vervangen we schoon gebiedseigen water door chemisch vervuild water, met langdurige gevolgen voor bodem, landbouw en natuur. Deze stoffen zijn nauwelijks afbreekbaar en blijven in het systeem achter. Het RIVM waarschuwde recent opnieuw voor de consumptie van eieren van hobbykippen vanwege PFAS-vervuiling. De vraag dringt zich op: hoe lang nog voordat voedsel uit bepaalde polders niet meer veilig is?

De droge lente van 2025 en de natte maanden in 2024 zijn geen uitzonderingen meer, maar tekenen van een structurele klimaatverandering. Toch blijft het beleid nog te vaak gericht op kortetermijnmaatregelen. Wat nodig is, is een langetermijnvisie met bijbehorende keuzes en investeringen. We pleiten niet voor méér actie alleen, maar voor bétere actie. Een integrale aanpak, met aandacht voor natuurherstel, zuiniger watergebruik en het vasthouden van schoon water. Alleen dan versterken we de veerkracht van het watersysteem – en beschermen we natuur, voedselvoorziening en leefbaarheid voor een gezonde en veilige toekomst.

 

Dit blog is geschreven door: