Kopje onder in de mest

1 mei 2024

Kopje onder in de mest

Een melkkoe met een melkproductie van 10.000 kg per jaar produceert 77 kg mest en urine per dag bij een volledig grasrantsoen, een koe van 6000 kg melk produceert 52 kg mest en urine. Een vleeskoe, met geen of een veel lagere melkproductie, zal dan ook aanmerkelijk minder mest produceren. Nederland had per 31 december 2023 ongeveer 3,7 miljoen koeien. Die leveren per jaar een gemiddelde mestproductie van 87 miljoen ton. Feitelijk mag in Nederland maar 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare worden gebruikt. Met de intensieve veeteelt en de toename van het aantal koeien in de afgelopen jaren is dat een onmogelijke opgave en voor Nederland volslagen onhoudbaar. Zoveel hectares grondoppervlak heeft Nederland ook niet. Tel daarbij de overige landbouwdieren die Nederland rijk is en hier bovenop ook mest en urine produceren. Nederland verzuipt zo steeds meer in de dierlijke mest met alle langjarige negatieve effecten voor de natuur, biodiversiteit en de waterkwaliteit, maar ook voor de landbouw zelf.

In plaats van het oplossen van dit enorme mestprobleem heeft Nederland sinds 2006 na lang aandringen van de Nederlandse overheid een derogatie gekregen van de Europese Commissie. Waarmee er sinds dat jaar meer mest mag worden uitgereden op grasland. In plaats van 170 kg per hectare kon dat met een derogatievergunning oplopen tot 220 of 240 kilogram stikstof uit dierlijke mest per hectare. 30% tot 41% meer stikstof uit dierlijke mest per hectare.

In 2019 besloot de Europese Commissie de derogatie nog maar voor twee jaar, tot en met 2021, toe te staan wegens de grote negatieve effecten van de extra mest op het milieu. Ook hield Nederland zich zoals in veel van dit soort gevallen niet aan de afspraken. De mestballon van Nederland werd abrupt doorgeprikt. Vanaf 2026 verliest Nederland deze uitzonderingspositie voor het uitrijden van mest ten opzichte van andere Europese landen. De derogatie wordt vanaf 2023 geleidelijk afgebouwd.

De vraag blijft; Wat te doen met al die mest? In Nederland hebben we zo veel dieren dat we een overschot hebben van allerlei nutriënten. Het uitspoelen van nitraat en fosfaat en de emissies van ammoniak en broeikasgassen methaan, lachgas en CO2 zijn desastreus voor het klimaat en de biodiversiteit in Nederland. Hoe intensiever vee wordt gehouden, hoe minder we de enorme meststroom kwijt kunnen.  De vaststelling van een maximumaantal koeien per hectare is het begin van een oplossing voor het mestprobleem. Het gaat daarbij niet alleen over het maximaal aantal koeien per hectare, maar ook wat de koe eet en wat zij vervolgens uitpoept. Daarnaast is de meest natuurlijke oplossing om de koeien zoveel mogelijk buiten te laten grazen en daar te laten mesten. Onder de vlaaien verviervoudigt het aantal regenwormen en op de vlaaien komen vliegen en kevers af, wat weer een mooie voedselbron is voor de weidevogels. In een wei mengt de mest bovendien niet met de urine waardoor er minder ammoniak wordt gevormd. De kwaliteit van de mest heeft ook invloed op de biodiversiteitsbevordering in de wei. Een stevige mest, verkregen door een structuurrijk dieet werkt daarbij nog steeds het beste. Zo kunnen wij ons met perspectief uit het grote stuwmeer aan dierlijke mest werken.

Maar dat is volgens velen te makkelijk gedacht. De belangen zijn groot. De roep om toch maar op de oude voet door te gaan is nog steeds groot. Enkele krijgen zo de lusten en de samenleving als geheel de grote last. Het debat in de Tweede Kamer en aan de formatietafel draait nog steeds om de hete mestbrij heen. Er is nog geen begin van een oplossing. Anders dan het instellen van een vrijwillige uitkoopregeling voorgesteld door demissionaire minister Adema. Dat helpt natuurlijk altijd en levert ook een sociale uitweg voor boeren die kopje onder dreigen te gaan en moeten stoppen.

Ik heb mij deze maand hogelijk verbaasd over de plannen van de BBB om tot een oplossing te komen van het mestprobleem en om de boeren meer lucht te geven. Een drietal voorbeelden in deze plannen:

De BBB wil niet heel Nederland meer aanwijzen als kwetsbaar gebied. De BBB wil aantonen dat bepaalde gebieden niet langer kwetsbaar zijn. Dan kan er per direct meer mest uitgereden worden. Over de effecten op natuur, biodiversiteit en waterkwaliteit wordt verder niet meer gesproken. Laat staan het feit dat de mate van instandhouding voor veel natuurgebieden ongunstig is en zonder grootschalig natuurherstel belangrijke natuur in Nederland verder verdwijnt. Veel wetenschappers en ecologen monitoren de natuur en brengen in verschillende rapporten hierover verslag uit.

Maar de BBB komt niet verder dan een prachtige oneliner dat de norm van 170 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar voor kwetsbare gebieden nergens wetenschappelijk onderbouwd is en is bedacht door een milieumedewerker van de Europese Commissie in de 90-jaren. Ik wist niet dat er in Europa zo’n machtige milieumedewerker werkzaam was.

De BBB wil ook meer (tijdelijke) opslagruimte creëren waar mest tijdelijk kan worden opgeslagen. Per direct onderzoeken of lege mestkelders van gestopte boeren gebruikt kunnen worden en onderzoeken of lege opslagtanks in havengebieden daarvoor gebruikt kunnen worden. Ook moeten melkveehouders gewezen worden op de mogelijkheid tot toepassen van mestzakken. Het gebruik van deze mestzakken moet vergunningsvrij. Dit zijn oprolbare en verplaatsbare zakken van 6 tot 8 meter breed waarin per zak tussen 150 en 2.000 kuub mest in kan worden bewaard. Ik zie een landelijk gebied voor mij bezaaid met grote mestzakken. De nood is wel hoog als je dit soort oplossingen gaat presenteren. Daarnaast werken deze plannen ook een grote mate van oneigenlijk gebruik in de hand.

De BBB geeft aan dat eerder door de 2e Kamer is ingestemd met het aanwijzen van generieke bufferzones (waar geen derogatie geldt) rondom alle Natura 2000-gebieden, niet alleen de stikstofgevoelige. Deze beslissing werd volgens de BBB genomen uit angst om direct de derogatie te verliezen. Wat de BBB betreft moeten deze derogatievrije zones rondom Natura 2000-gebieden beperkt worden tot alleen de stikstofgevoelige gebieden. En als klap op de vuurpijl moet de afgesproken bufferstrook van 250 meter maar tot 100 meter worden beperkt. Dit zorgt volgens de BBB direct voor meer ruimte om nog meer mest uit te rijden. Op deze manier weer intensief mest gaan uitrijden rond Natura 2000 gebieden zal de toch al kwetsbare natuur en biodiversiteit enorm raken en de moeizame inzet tot natuurherstel volledig te niet doen. Om over de verdere verslechtering van de waterkwaliteit in deze gebieden maar te zwijgen.

Als dit de plannen voor de nieuwe regeerperiode moeten worden moeten we gaan vrezen voor de laatste natuur in Nederland, maar ook voor het toekomstperspectief van de agrarische sector zelf. De vergunningverlening blijft dan zo-wie-zo op slot. Wat de BBB hiermee wil bereiken is mij schier onduidelijk.

Maar het mestoverschot is er. Het is ook een maatschappelijk probleem en niet alleen een probleem van en voor de agrarische sector. We zullen samen moeten werken aan oplossingen, maar wel aan de échte.

Binnen Zuid-Holland wordt o.a. in de Alblasserwaard gekeken naar mestvergisting als een van de oplossingen voor het mestprobleem. Ook heeft de Stichting Nationale Koolstofmarkt een interessante methodiek ontwikkeld, de GreenSwitch. Waarmee in een aantal innovatieve processtappen ammoniumstikstof uit mest wordt gestript en wordt omgezet naar een hoogwaardige vloeibare nitraatstikstof meststof van organische oorsprong geschikt voor onder andere fertigatie en bladbemesting. De methode geeft een aanzienlijke reductie van CO2-eq emissie in vergelijking tot de conventionele productiemethodes van nitraatstikstof. Daarnaast leidt de GreenSwitch methode tot een aanzienlijke reductie van stikstofverlies als gevolg van uitspoeling en/of vervluchtiging van ammoniumstikstof uit mest. Interessante methoden om tot een effectieve en nuttige neutralisatie en mestverwerking te komen. Methoden waar wij vanuit de NMZH ook goed naar kijken om tot verantwoorde toepassing te komen, zonder dat een lock in ontstaat.

Ook hebben de 12 provinciale Natuur- en Milieufederaties hiervoor een factsheet uitgebracht “Feiten en fabels over co-vergisting”. Ik beveel deze graag aan iedereen aan die met vormen van mestvergisting wil gaan werken of nadenkt om zo’n project te starten. Wanneer nodig kan hierover altijd contact opgenomen worden met de NMZH via info@milieufederatie.nl

Het mestprobleem is echt en hardnekkig, maar vooral een politiek probleem. De oplossing is niet ‘pappen en nathouden’ of nog meer geitenpaadjes creëren, maar werken aan de échte oplossingen in combinatie met een transitie naar een extensieve en natuurinclusieve landbouw gekoppeld aan een maximaal aantal koeien per hectare. Dit geeft langjarig perspectief voor de landbouw maar óók voor de natuur.

Lees de factsheet ‘Feiten en fabels over co-vergisting’ hier

Geschreven door