Hoe de Staat haar eigen zorgplicht weg procedeert
30 november 2025
Hoe de Staat haar eigen zorgplicht weg procedeert
Het pleidooi van de Staat op 2 december in de PFAS zaak blijft mij fascineren. Een wonderlijke spagaat. De Staat heeft de wettelijke plicht om ons te beschermen tegen gevaren voor gezondheid en milieu, maar zodra het gaat over PFAS-stoffen die zich opbouwen in ons bloed, ons water en onze kinderen — verandert diezelfde Staat in een ongrijpbare figuur die vooral heel veel níét kan. Althans, als we het pleidooi van de landsadvocaat mogen geloven.
Die kern kwam haarscherp naar voren in de rechtszaal: in plaats van te laten zien hoe de overheid haar beschermingsplicht invult, werd vooral uitgelegd waarom ze die plicht niet concreet hoeft te maken. Een zorgplicht die verdampt zodra er juridische druk op komt te staan. Dat is misschien nog wel verontrustender dan de PFAS-vervuiling zelf.
De kunst van het minimaliseren
Onze wetten en internationale verdragen zijn simpel: de overheid moet zorgen voor een gezonde en veilige samenleving. Maar in het pleidooi verandert die opdracht in iets zachts, vrijblijvends. De Staat somt beleidsplannen en processtappen op, maar laat nergens zien dat de PFAS-concentraties daadwerkelijk dalen, of dat de risico’s voor burgers verminderen. Het is een strategie die we vaker zien bij grote milieudossiers of bij bijvoorbeeld de Q-koorts. Als de verplichting concreet dreigt te worden, wordt ze vaag gemaakt. De boodschap is dan: “We doen al heel veel, maar verwacht niet dat we laten zien wat het oplevert.” Met zo’n redenering kun je elke zorgplicht weg procederen.
Brussel als excuus
Een terugkerend refrein in het pleidooi is dat Nederland vooral niet meer kán doen. REACH zou de handen binden. De Europese PFAS-restrictie zou leidend zijn. Nationale ruimte zou beperkt zijn. Maar dat is politiek, geen juridische noodzaak. Nederland hééft de bevoegdheid en mogelijkheid om strengere vergunningseisen op te leggen, om lozingen direct te beperken, om te handhaven, om nationale maatregelen te nemen wanneer risico’s dat vereisen. Die ruimte is er — sterker: hij is bedoeld om te gebruiken wanneer gezondheid in het geding is. In andere Europese landen wordt dit al toegepast. Dat de Staat zichzelf neerzet als machteloze toeschouwer, zegt dus vooral iets over politieke keuzes. Niet over juridische beperkingen.
Het sprookje van het ‘historische probleem
Misschien de meest opvallende manoeuvre is dat PFAS vooral als “historisch probleem” wordt neergezet. Dat suggereert: we kunnen er nu weinig aan doen. Maar dat beeld houdt geen stand. PFAS wordt nog steeds uitgestoten — via industrie, via afvalstromen, via rioolwaterzuiveringen. Monitoring laat in veel wateren stijgende concentraties zien. Een probleem “historisch” noemen terwijl het zich vandaag verdiept, is geen analyse maar framing. Het dient maar één doel. De verplichting tot handelen afzwakken.
Procedures boven bescherming
Op meerdere punten in het pleidooi probeert de Staat de vorderingen van tafel te krijgen met procedurele argumenten: te algemeen, te onduidelijk, niet uitvoerbaar. Maar zo wordt de werkelijkheid omgedraaid. De vraag is niet of een zorgplicht moeilijk is, maar of ze wordt nagekomen. Wanneer een overheid haar beschermingsplicht ter discussie stelt omdat de uitvoering “niet praktisch” zou zijn, dan is niet de verplichting het probleem — maar het gebrek aan bestuurlijke wil.
Bescherming hoort geen voetnoot te zijn
PFAS is al decennia een stille crisis. Onzichtbaar, hardnekkig en onbeheersbaar als je te laat ingrijpt. Juist daarom is voorzorg geen luxe, maar een fundament. En dat fundament kraakt wanneer de Staat vooral uitlegt waarom ze weinig hoeft te doen, in plaats van wat ze gaat doen.
De Staat is geen abstract apparaat. De Staat, dat zijn wij allemaal. Onze overheid beschermt ons of ze beschermt ons niet. In het pleidooi over PFAS laat ze vooral zien hoe ver ze is afgegleden van haar kerntaak. Gezondheid beschermen is geen beleidsoptie. Het is een plicht.
En een plicht die je weg procedeert, vervul je niet.
En misschien is dat wel wat mij het meest raakt. Niet alleen wat de Staat zegt, maar hoe. Niet de feiten, maar de houding. Een overheid die haar eigen zorgplicht vooral juridisch herkadert in plaats van inhoudelijk omarmt, laat zien hoe ver ze verwijdert is geraakt van de mensen voor wie ze bestaat. Van ons. Van mij. Als burger, als ouder, als iemand die ervan uit wil kunnen gaan dat water gewoon water is, en geen chemisch experiment. Het pleidooi gaf me geen moment het gevoel dat bescherming het vertrekpunt was — eerder de vraag hoe die bescherming zo beperkt mogelijk uitgelegd kon worden. En dat maakt de PFAS-crisis ineens groter dan PFAS zelf: het gaat over vertrouwen. Over de vraag wie er voor ons staat wanneer het erop aankomt. Over een Staat die haar plicht kent, maar die plicht te vaak weg procedeert. En dat, eerlijk gezegd, blijft misschien nog wel het meest verbazen.
Klik hier voor het pleidooi van de Staat
Wil je ons steunen bij ons werk tegen de PFAS-vervuiling kijk dan hier op onze website
Wil je zelf een actie starten of zoek je steun en woon je in Noord- en Zuid-Holland kijk dan of onze voucherregeling je daarbij kan helpen: Voucherregeling
Vragen over dit onderwerp? Neem contact op met:
Alex Ouwehand
Directeur