50 jaar milieubeleid, valt er wat te vieren?
50 jaar milieubeleid, valt er wat te vieren?
Op 31 maart 2019 bestond de Club van Rome precies 50 jaar. Met hun rapport “Grenzen aan de groei” baarde de Club van Rome in 1972 veel opzien en verontrusting bij velen. Het zette ook aan tot veel initiatieven en ontwikkelingen, ook in Nederland, voor duurzame ontwikkeling en circulariteit. Het legde ook de basis voor het milieubeleid zoals wij dat nu kennen. De milieusubsidies deden hierna hun intreden, waarvan er overigens in de laatste 10 à 15 jaar weer erg veel zijn verdwenen. Het zette ook een aantal personen aan om op 19 april 1972 de voorloper van de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland op te richten. Voor ons als organisatie een belangrijk moment om in 2022 ook ons 50 jarig bestaan te vieren. In die periode zijn ook veel van onze collega Natuur en Milieufederaties opgericht. De begin jaren ’70 waren voor het ontstaan van het milieubeleid erg belangrijk.
14 oktober 2021 wordt met een jubileumcongres feestelijk stilgestaan bij 50 jaar milieubeleid in Nederland. Maar valt er eigenlijk wat te vieren? Ik denk dat het goed is om stil te staan bij 50 jaar milieubeleid; want waar hadden wij nu gestaan zonder dit milieubeleid. Maar het is ook niet echt een reden om uitbundig feest te vieren, gezien de belabberde staat van ons land wat betreft de impact van CO₂, stikstofoxiden, mest, ZZS en (ultra) fijnstof op mens en natuur. Met als gevolg een steeds groter verlies aan biodiversiteit, meer effect van klimaatverandering en toenemende gezondheidsimpact.
Bovendien zijn de zorgen van de Club van Rome uit 1972 nu bijna alle realiteit. De schaarser worden grondstoffen, de biodiversiteitscrisis, klimaatverandering, migratiestromen, de afbrokkelende welvaartsbasis, krakende pensioenen en een piepend zorgstelsel zijn in Nederland een gegeven. Elke 15 jaar neemt de wereldpopulatie met een miljard mensen toe. Met fenomenen als de plasticsoep, de explosie van het vliegverkeer en de insectensterfte. Volgens de Club van Rome wordt het “steeds moeilijker om door alle symptomen heen de onderliggende oorzaak te blijven zien: een economisch systeem dat gebaseerd is op ongelimiteerde exploitatie van grondstoffen, mensen en hele ecosystemen, in plaats van op het voeden van het leven zelf, vanuit liefde voor dat leven. Een onhoudbaar systeem. Dat in stand gehouden wordt door innerlijke overtuigingen over het belang van groei en angsten om vanuit het hart het roer om te gooien”. Een uitspraak die als je hem leest hogelijk verontrust, zeker als je je afvraagt waar wij over 50 jaar staan. Maar dat ook weer snel wegebt in de waan van alle dag. Het wordt zo steeds moeilijker om onze weg te vinden uit dit onhoudbaar systeem.
Ik hoop dat 50 jaar milieubeleid ook voldoende aanleiding geeft om het beleid kritisch te beschouwen. Want het huidige milieubeleid en de manier waarop de overheid zichzelf en dit beleidsterrein heeft georganiseerd, houden het geen 10 jaar meer vol. Vergunningverlening en handhaving schieten ernstig te kort, waardoor de belangen van het (groot)bedrijf ten opzichte van de samenleving nauwelijks nog evenredig worden afgewogen. Ook de transparantie en navolgbaarheid van het overheidshandelen komen steeds verder onder druk te staan, wat het draagvlak onder de vergunningverlening en de rol van de overheid daarbij bedreigt. De beleidsinzet om tot een structurele verbetering en transitie te komen, is al jaren onvoldoende. Steeds vaker gaan burgers of maatschappelijke organisaties naar de rechter om verbeteringen af te dwingen. Bijna altijd krijgen zij gelijk, maar duurt het vervolgens heel lang voor er daadwerkelijk actie wordt ondernomen door de overheid. Zo gaat veel kostbare tijd verloren en gaat de klimaatverandering ongeremd door.
De vraag is dus niet meer òf wij de komende 10 jaar nog wel uit de voeten kunnen met het huidige milieubeleid en de rol die de overheid daarbij nu vervult via beleid en wetgeving en ook vanuit de omgevingsdiensten en inspecties. Maar hoe we de rol van de overheid en het beleid zo gaan inrichten dat het wel effectief gaat worden voor de opgaven waar we in Nederland voor staan.
Ik hoop dat er na het vieren van ’50 jaar milieubeleid’ nog voldoende ruimte blijft voor reflectie!