Feiten en fabels over co-vergisting van mest

15 maart 2021

Co-vergisting van mest wordt regelmatig genoemd als oplossing voor het mestoverschot én als bijdrage aan duurzame energieopwekking. Maar is dat wel zo? En is het bijvoorbeeld wel mogelijk om de business case rond te krijgen? Ook laaien de discussies over fraude en veiligheid recentelijk weer op. In de brochure ‘Co-vergisting: Feiten en Fabels’ zetten de Natuur en Milieufederaties de belangrijkste feiten en fabels op een rij.

Te veel mest
Mest is belangrijk voor de groei van voedselgewassen, maar in Nederland hebben we er te veel van waardoor dit een milieuprobleem is geworden. Te veel bemesting leidt tot vervuiling van het grond- en oppervlaktewater. Daarmee vervuilt het de natuur en ons drinkwater. Daarnaast komen ammoniak en de broeikasgassen methaan en lachgas vrij uit de mest, waarmee het een gevaar vormt voor de volksgezondheid en de natuur.

Co-vergisting als oplossing?
Bij co-vergisting van mest zetten bacteriën een deel van de organische stof in de mest om in methaan (CH4) en CO2. Dat kan vervolgens gebruikt worden als biogas en omgezet worden in elektriciteit. Hiervoor wordt minimaal 50% mest vermengd met andere (co-) producten zoals gras of organisch afval uit o.a. de voedingsmiddelenindustrie of daarvoor geteelde mais. Het is positief dat er naar alternatieven voor fossiele energiebronnen en de vermindering van methaanuitstoot wordt gekeken. Maar het is de vraag of co-vergisting de oplossing is of het probleem juist alleen maar groter maakt.

Lees de feiten en fabels over co-vergisting in de brochure 

Meer informatie? Neem contact op met: