Natuur en Milieufederaties werken samen aan natuurinclusieve landbouw

28 juni 2016

Natuur en Milieufederaties werken samen aan natuurinclusieve landbouw

Vorige week heeft het Algemeen Bestuur van de Natuur en Milieufederaties groen licht gegeven voor de voorbereiding van een structurele landelijke samenwerking voor de ontwikkeling van natuurinclusieve landbouw in het Nederlandse weidelandschap.

Om de weidenatuur en de kwaliteit van het agrarische weidelandschap te herstellen is een brede, landsdekkende ontwikkeling nodig die verder gaat dan het nieuwe stelsel agrarisch natuurbeheer en een aantal experimenten. Wat nodig is, is een grootschaliger ontwikkeling van natuurinclusieve landbouw. Het is bovenal een maatschappelijke ontwikkeling die op gebiedsniveau van de grond moet gaan komen. Dat is precies waar de Natuur en Milieufederaties een belangrijke rol in kunnen spelen. En door samen te werken versterken we elkaar daarin.

Zes Natuur en Milieufederaties in het land zijn aan de slag gegaan om een landelijke project op te zetten waarmee we de ontwikkeling van natuurinclusieve landbouw vanuit het maatschappelijk veld gaan aanjagen, versterken, ondersteunen en versnellen. Het landelijke project omvat straks het opzetten van gebiedsprojecten , in samenwerking met agrarische collectieven, aangestuurd vanuit een landelijk projectteam. De inzet wordt gebundeld in een meerjarig activiteitenprogramma en getrokken door de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland, samen met de Friese Milieufederatie.

Met de inzet van de kennis en ervaring vanuit ons project kunnen we straks ook een steeds grotere bijdrage leveren in de samenwerking tussen verschillende landelijke groene organisaties die zich inzetten voor de natuur in het boerenland. En we kunnen een input leveren in de vorming van het landelijke plan van aanpak voor de weidenatuur van het Ministerie van Economische Zaken. We  gaan op zoek naar wat natuurinclusieve landbouw precies is, waar de kansen liggen en hoe we die kunnen toepassen. Zo kunnen we samen tot een verandering in de landbouw gaan komen waarmee het karakteristieke, weidevogelrijke platteland echt kan blijven voortbestaan.