LEI ziet voldoende perspectief voor grondgebonden landbouw in Zuid-Holland

27 juli 2016

LEI ziet voldoende perspectief voor grondgebonden landbouw in Zuid-Holland

De Zuid-Hollandse grondgebonden landbouw kent veel kansen voor innovatie en structuurversterking en er zijn uitdagingen op het gebied van werkgelegenheid en bedrijfsopvolging. Ruimte bieden aan schaalvergroting, verduurzaming en nieuwe verdienmodellen verdient daarbij de aandacht. Dit stelt LEI Wageningen UR op basis van een uitgevoerd onderzoek in opdracht van de provincie Zuid-Holland als vervolg op een verkenningsonderzoek van het LEI uit 2010. De provincie Zuid-Holland stelt 15 miljoen euro beschikbaar voor duurzame innovaties in de grondgebonden landbouw via het Europese plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3). Ter onderbouwing heeft LEI Wageningen UR onderzoek gedaan naar de economische positie van de grondgebonden landbouw in de provincie.

Om schaalvergroting mogelijk te maken, zou geïnvesteerd kunnen worden in kavelruil, de uitgebreide inzet van ICT en precisielandbouw. Deze innovaties dragen ook bij aan verduurzaming van de sector. Voor verduurzaming is het verder van belang om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, bijvoorbeeld door te investeren in alternatieve energiebronnen. Daarnaast is het belangrijk dat de provincie ondernemers ondersteunt bij het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen voor bijvoorbeeld stadslandbouw en korte ketens.

Korte ketens worden gekenmerkt door productie en distributie dichtbij huis. Boodschappenkratten met streekproducten voor consumenten zijn een voorbeeld, maar ook restaurants en supermarkten kopen steeds vaker in bij lokale of regionale partijen. Volgens het LEI hebben korte ketens in Zuid-Holland zeker groeipotentie, met name in de regio Rotterdam. De provincie Zuid-Holland kan dat stimuleren door samenwerkingsinitiatieven van producenten in regionale voedselketens te ondersteunen. Het LEI stelt vast dat innoverende agrarische bedrijven in Zuid-Holland op bedrijfseconomisch gebied beter scoren dan niet-innoverende bedrijven, met duurzaamheid als bijkomend voordeel. Om een inschatting te kunnen geven van de mogelijke inkomsten die innovaties in de Zuid-Hollandse land- en tuinbouw met zich meebrengen, zijn volgens de onderzoekers meer gegevens nodig.

Hoewel de werkgelegenheid op melkvee-, graasdier- en akkerbouwbedrijven in Zuid-Holland nog steeds hoger ligt dan in andere provincies, vertoont de totale werkgelegenheid op grondgebonden bedrijven in Zuid-Holland al sinds 2003 een dalende trend. Ook treedt er sterke vergrijzing op en hebben lang niet alle bedrijven in de grondgebonden sectoren een opvolger: in 2012 was dat slechts 20%. Daar staat tegenover dat akker- en melkveebedrijven in Zuid-Holland gemiddeld groter zijn dan in de rest van Nederland, wat resulteert in relatief hogere inkomens voor bedrijven en hun werknemers. Ook de structuur van grondgebonden landbouw is in Zuid-Holland relatief beter dan het landelijk gemiddelde.

Zie voor meer informatie het rapport Economische betekenis van de grondgebonden landbouw in Zuid-Holland in 2016 op de website van Wageningen UR.

bron: LEI Wageningen UR, 25/07/16